e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlik vlik: vlek (Maasniel) Een dun afgestoken stukje veen of heigrond of een zode van buntgras met losse turf vermengd. Vergelijk het lemma ''heiturf''. [N 27, 39h; I, 37] II-4
vlinder roevogel: roevogel (Maasniel), vlinder: vlinder (Maasniel, ... ), zomervogel: zomervogel (Maasniel) vlinder [Roukens 03 (1937)] || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)] III-4-2
vlinderdasje strikje: sjtrikske (Maasniel), vlindertje: vlinderke (Maasniel) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) vlo: WLD  vleu (Maasniel), vlo (Maasniel), WLD vleu (meerv.)  vlo (Maasniel) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] III-4-2
vloeiweide watering: watering (Maasniel), wetering: wetering (Maasniel) Weiland, laag gelegen en zodanig aangelegd dat van tijd tot tijd kunstmatige bevloeiing kan plaatsvinden. [N 14, 58] I-8
vloek vloek: vlook (Maasniel) een uitdrukking die een verwensing, vooral een godslastering behelst [vloek, kneerp] [N 85 (1981)] III-3-1
vloeken vloeken: vloke (Maasniel) godslasterende woorden uitspreken [vloeken, parlesanten, godverren, nonnen, sjamfoeteren, bidden, sakken] [N 85 (1981)] III-3-1
vlug lopen rennen: renne (Maasniel) lopen: snel lopen [rekke, dabbere, op ne steile gaon] [N 10 (1961)] III-1-2
vlugger hop: hǫp (Maasniel), hou: hǫu̯ (Maasniel) Voermansroep om het paard sneller te doen gaan. [N 8, 95g] I-10
vocht afscheiden vemen: vɛ̄mǝ (Maasniel) [N 8, 45, 46 en 48] I-9