e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

Gevonden: 3787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doffer, mannelijke duif hoorn: haoren (Maasniel) een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)] III-4-1
dokteren dokteren: doktere (Maasniel) dokteren: De geneeskunde beoefenen (meesteren, dokteren). [N 84 (1981)] III-1-2
dom stom: sjtòm (Maasniel) niet gemakkelijk denkend, beperkt van verstand, dom [dom, stom, lomp] [N 85 (1981)] III-1-4
domino domino: domino (Maasniel) Het spel met 28 stenen die op één zijde met ogen of een punt gemerkt zijn (van dubbel blank tot dubbel zes) die tegen elkaar gelegd m oeten worden zó dat telkens gelijke ogen aan elkaar sluiten en waarbij iedere speler probeert domino te worden, d.w.z. zi [N 88 (1982)] III-3-2
domme man stommerik: sjtommerik (Maasniel) een dom persoon [domoor, dommerik, dotskop] [N 85 (1981)] III-1-4
domme vrouw lomp wijf: lomp wief (Maasniel) een dommme vrouw [lut, kul, dulleke] [N 85 (1981)] III-1-4
dompelen dompelen: daompele (Maasniel), dumpele (Maasniel) Dompelen: geheel doen onder gaan in een vloeistof (dompelen, duwen, soppen, onderduwen). [N 84 (1981)] || in een vloeistof dompelen [dopen, doppen, dompelen] [N 91 (1982)] III-1-2, III-4-4
donderen donderen: dondere (Maasniel), dóndere (Maasniel), hommelen: hommele (Maasniel), hómmele (Maasniel), onweren: onwaire (Maasniel) donderen [hommelen] [N 22 (1963)] III-4-4
donderwolk donderkoppen: donderköp (Maasniel), dónderköp (Maasniel), het onweer bloeit: ’t onwair bleutj (Maasniel) zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx donder: de dónder (Maasniel), ’t guf donder (Maasniel), hommel: ’t guf hommel (Maasniel), onweer: ’t guf onwair (Maasniel) donder [N 22 (1963)] III-4-4