e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

Gevonden: 3787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fluisteren wiezelen: wiesjele (Maasniel) fluisteren [DC 16 (1948)] III-3-1
fokmerrie fokmeer: fǫkmē̜r (Maasniel) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.] I-9
fonkelen, flonkeren fonkelen: fonkele (Maasniel) levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)] III-4-4
fooi fooi: fooi (Maasniel) de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)] III-3-1
forsgebouwde koe stukkige koe: štøkegǝ ku (Maasniel), zware koe: zwǭr ku (Maasniel) [N 3A, 141a] I-11
fronsen rimpelen: rumpele (Maasniel) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit eten snageren: sjnagere (Maasniel) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3
fruiten fruiten: fruite (Maasniel) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
fruitworm appelwormpje: WLD larve van carpocapsa  appel wörmke (Maasniel) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
fuut fuut: fuut (Maasniel) fuut III-4-1