e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

Gevonden: 3787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gehurkt zitten op het hukje zitten: op t huukske zitte (Maasniel) hurken, op zijn ~ zitten [op de huuke, op znen huik, op zn huiketjes zitte] [N 10 (1961)] III-1-2
geil, wellustig gek: gek (Maasniel), gelp: gelp (Maasniel) geil, wellustig [N 10C (zj)] III-2-2
geit geit: gęi̯t (Maasniel) Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.] I-12
geitenmelksepap sikkenpap: Syst. WBD Geit ook wel siek=sik  siekepap (Maasniel) Pap van geitemelk (mienekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3
gek gek: gek (Maasniel) onverstandige, ergerlijke of gekke dingen doend of zeggend [dwaas, mal, zot, gek] [N 85 (1981)] III-1-4
gekheid maken gekscheren: geksjére (Maasniel) gekheid maken [mallen, follen] [N 85 (1981)] III-1-4
gekkenhuis gekkenhuis: gekkehoes (Maasniel) een instelling voor het verplegen van krankzinnigen [zothuis, gek[ken]huis, fermerie] [N 90 (1982)] III-3-1
gekookte hersens gebraden harren: Syst. WBD  gebraoje hèrre (Maasniel) Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
gekraagde roodstaart roodstaartje: rootsjtèrtje (Maasniel) gekraagde roodstaart III-4-1
gekruld haar krulhaar: krolhaor (Maasniel) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1