e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gevoelloos (zijn) dood: doed (Maastricht), doej vinger höbbe (Maastricht), doet (Maastricht), geen gevoel: gei geveul höbbe in... (Maastricht), geen leven: gein leevə mie (Maastricht), gevoelloos: geveulloes (Maastricht), ongevoelig: oongəveulich (Maastricht), slapen (ww.): sjlooffe (Maastricht), zonder gevoel: zoonder geveul (Maastricht) Gevoelloos: geen gevoel hebben, geen pijn voelen (dood, gevoelloos). [N 84 (1981)] III-1-1
gevormd worden gevormd worden: gevörm weurde (Maastricht), gevörmp weure (Maastricht), gevörremp weurde (Maastricht) Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)] III-3-3
gewas gewas: gǝwas (Maastricht), (mv)  gǝwasǝ (Maastricht) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4
geweekt brouwgraan weekgoed: węjkgōt (Maastricht) Brouwgraan dat voldoende geweekt is en geschikt is om de kieming te ondergaan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''kiemen''. [N 35, 17] II-2
geweer geweer: geweer (Maastricht, ... ), gəweer (Maastricht, ... ), gəwēēr (Maastricht), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  gəweer (Maastricht) een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)] III-3-1
gewelf boog: bǭx (Maastricht), gewelf: gewelf (Maastricht), gewellef (Maastricht), gewöllef (Maastricht), gǝwø̜lǝf (Maastricht), gǝwɛlǝf (Maastricht), gəwèlf (Maastricht), t gewelf (Maastricht), gewelfsel: gewöllefsel (Maastricht), verwelfsel: verwöllefsel (Maastricht), zwerk: zwerek (Maastricht) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] || Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)] II-9, III-3-3
gewelfschildering gewelfschildering: gewellefsjèldering (Maastricht), gewöllefsjèldering (Maastricht), gəwèlfsjildəring (Maastricht), muurschildering: moersjeldering (Maastricht), moersjildering (Maastricht), moersjèldering (Maastricht, ... ), mōērsjilderink (Maastricht), n moersjèldering (Maastricht) Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)] III-3-3
geweten geweten: geweite (Maastricht), gewete (Maastricht, ... ) Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)] III-3-3
gewicht verliezen inbakken: enbakǝ (Maastricht), indrogen: endrȳgǝ (Maastricht) Het verliezen van gewicht bij het bakken van het brood. Volgens de informant van L 270 houdt dit verlies aan gewicht ¬± 10% in. [N 29, 48] II-1
gewichten gewichten: gǝwixtǝ (Maastricht) De gewichten van de bascule moesten jaarlijks geijkt worden door een overheidsfunctionaris. Zie ook het lemma ɛijkenɛ. Elke molenaar had gewichten van 20, 10, 5, 2, 1 en 0,5 kg.' [Coe 261; Grof 286] II-3