e-WLD begrippen 
e-WLD

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klinknagel klinknagel: kleŋknāgǝl (Maastricht), rivet: rǝvęt (Maastricht) Rond metalen staafje waaraan een kop is geperst. Zie ook afb. 177. Klinknagels worden volgens de koperslager uit L 266 onder meer gebruikt om hengsels te bevestigen. Koperen klinknagels werden vroeger volgens de zegsman uit L 210 gedraaid uit koperen plaat en vervolgens door het klinknagelijzer (kleŋkngǝlīzǝr) geslagen waardoor er een kop op kwam. Zie ook het lemma "nagelijzer". [N 66, 48a-b; N 100, 18; monogr.] II-11
klinknageltang nageltang: nāgǝltaŋ (Maastricht) Lange tang met aan de voorzijde van de bek een ronding waarin de klinknagel past. De nageltang wordt gebruikt om de verhitte klinknagels uit het vuur te nemen. Zie ook afb. 182. [N 33, 183; N 33, 380] II-11
klit klit: klet (Maastricht), kleͅt (Maastricht), klɛt (Maastricht), Spelling: "fonetisch  klettə (Maastricht), WLD  klitte (Maastricht), klittə (Maastricht) klis [ZND 01 (1922)] || Klis (arctium tomentosum/xantimum atrumarium). De plant is 50 tot 130 cm groot. De bladeren zijn aan de onderkant viltig behaard; de bloemhoofdjes staan in schermvormige trossen, de omwindselblaadjes zijn wit spinnewebachtig behaard, vaak met een rode spi [N 92 (1982)] III-4-3
klokhuis keets: kitsj (Maastricht), kitsj* (Maastricht), kits: kitsch (Maastricht), kitsj (Maastricht, ... ), kitš (Maastricht) [ZND m]Hoe noemt men het binnenstee van een appel? (klokhuis) [DC 31 (1959)] || klokhuis || klokhuis (het binnenste van een appel) [ZND 17 (1935)] || klokhuis van appels en peren I-7, III-2-3
klokje (alg.) blauw klokje: Spelling: "fonetisch  blauw klökskə (Maastricht), klokje: WLD  klökskə (Maastricht) Klokjesbloem (campanula 50 tot 100 cm groot. De plant is ruw behaard. De stengel heeft scherpe kanten; de onderste bladeren zijn hartvormig en langgesteeld, de bovenste zijn smal en kort of niet gesteeld, de bladrand is gezaagd. De bloemen staan in loss [N 92 (1982)] III-4-3
klokje op het priesterkoor bel: de bel (Maastricht, ... ), gong: gong (Maastricht), grote bel: de groete bel (Maastricht, ... ) Het klokje, de grote bel of de gong op het priesterkoor, waarmee het begin en het einde van de dienst wordt aangegeven. [N 96A (1989)] III-3-3
klokkenluider klokkenluider: de klokkeloejers (Maastricht), de klokkelôjjers (Maastricht), klokkelojjers (Maastricht, ... ), klokkelōējers (Maastricht) De personen die tijdens de grote processie de klokken luiden. [N 96A (1989)] III-3-3
klokkenstoel klokkenstoel: klokkesjtool (Maastricht), klokkestool (Maastricht, ... ), klōkkestōōl (Maastricht), stellage: de stèllage (Maastricht), stoel: sjtool (Maastricht) De stellage, het toestel waarin de klok hangt [klokkegalg, klokkestoel]. [N 96A (1989)] III-3-3
klokkentouw klokkentouw: de klokketouw (Maastricht), klokketouw (Maastricht, ... ), klokketow (Maastricht, ... ), touw: kort  klokketouw (Maastricht), klokkenzeel: klokkezeil (Maastricht, ... ) Het touw om de klok te luiden [klokketouw, klokkereep, klokkezeel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
klomp klomp: eine klomp (Maastricht), klomp (Maastricht, ... ), klompe (Maastricht), kloom-p (Maastricht), kloomp (Maastricht, ... ), kloompe (Maastricht, ... ), klōmp (Maastricht), klōmpə (Maastricht), klòomp (Maastricht), klómp (Maastricht, ... ), klömp (Maastricht), klōmp (Maastricht), ⁄ne kloomp (Maastricht, ... ) Hoe noemt men de hiernaast afgebeelde houten voetbekleedsels ? (klompen) [DC 15 (1947)] || Hoe noemt mn een enkele van deze voetbekleedsels ? [DC 15 (1947)] || In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp [ZND m] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] || klomp: bekend schoeisel || schoeisel bestaande uit een uitgehold stuk hout, houten schoen [klomp, kloon, blok, holsblok, klopper, lolleblok, sabot] [N 86 (1981)] II-12, III-1-3