e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koelruimte koelhuis: kø̄lhūs (Maastricht) De ruimte waar de wort wordt afgekoeld door middel van koelbak, koelmolen etc. In vroeger dagen gebruikte men om te koelen ofwel een ruimte boven in de brouwerij ofwel de kelders omdat daar een constante lage temperatuur heerste. Later, toen men kon beschikken over kunstmatige koelinstallaties, was men niet meer zo gebonden aan een bepaalde plaats (Claessen, pag. 2. 28/2. 29). De woordtypen "schop", "plaats", "brouwhuis" en "brouwerij" duiden daar dan ook op. [N 35, 52; N 35, 34c] II-2
koestal beestenstal: bistǝ[stal] (Maastricht), koestal: kōi̯[stal] (Maastricht) De stal bestemd voor het rundvee. Soms zijn er voor ouder vee en kalveren aparte stalruimten. Meestal zijn de koestal en de kalverstal in één ruimte, die in zijn geheel "de koestal" wordt genoemd. Men kan de koestal echter ook opvatten als dat deel van de stal waar de koeien staan. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 33; N 5, 105g; JG 1a en 1b; A 10, 9a; L 38, 24; R (s] I-6
koets koets: kǫu̯ts (Maastricht) Vierwielig rijtuig met een vierkante gesloten kast voor een klein aantal personen. De kast hangt in riemen of rust op veren. De koetsier heeft een aparte bok. De koets is een van de meest bekende rijtuigen, vandaar dat "koets" ook vaak als algemene benaming voor het vierwielig rijtuig gebruikt wordt. [N 17, 5; N 101, 1-13; N G, 51; L 28, 24; L 36, 70; L A, 288; L 1a-m; S 18; Wi 18; Gi 3,IB; monogr] I-13
koets (alg.) koets: kojts (Maastricht, ... ), kouts (Maastricht, ... ), koŭts (Maastricht), kōts (Maastricht), kŏŭts (Maastricht), kòjts (Maastricht, ... ), kòts (Maastricht), (voor personen).  kouts (Maastricht), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  kòjts (Maastricht) de algemene naam voor een constructie op wielen die geduwd of getrokken wordt of door een motor voortbewogen wordt en die bedoeld is om personen of goederen te vervoeren [voertuig, voiture] [N 90 (1982)] || een vierwielig, geheel gesloten rijtuig, door een of meer paarden getrokken [koets, toegerij, toekoets] [N 90 (1982)] || koets [ZND 28 (1938)], [ZND m] III-3-1
koetsier koetsier: kutšēr (Maastricht) Persoon die op de bok van een rijtuig zit en de paarden ment. [N 101, 2; Wi 15, monogr] I-13
koewachter, veeknecht koejong: kojǫŋ (Maastricht), kujǫŋ (Maastricht), koemaagd: kōi̯mǭx (Maastricht) De zweitser is de boerenknecht die, vooral op grote boerderijen met minstens 10 koeien (L 246), speciaal belast is met het melken en de verzorging van het rundvee. Wanneer het bedrijf voor zo''n speciale knecht te klein is wordt de zorg voor de koeien toevertrouwd aan een koewachter (koeherd, koejong; in het zuiden koeter, vatsji), meestal een aankomende knecht, pas van school, die de beesten meeneemt naar de wegbermen om ze daar te laten grazen. Van een koeter en vatsji in West-Haspengouw wordt ook gezegd dat hij (of zij) ook karweitjes in huis verricht, bijvoorbeeld in de keuken; vergelijk Kruijsen (1990) en het lemma "(hard) werken op de boerderij" (1.3.10). Bij koeherd in Q 6 wordt aangetekend: "hij kreeg alleen de kost en de klompen als loon". Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht algemeen" (1.3.12). [N M, 1b; JG 1b, 2c; A 48, 18b; L 26, 32b; monogr.] I-6
koffer koffer: koffer (Maastricht) koffer III-3-1
koffie koffie: koffie (Maastricht), E lekker teske koffie Bring de koffie in: kan, kopje met koffie  koffie (Maastricht) drank uit koffie bereid || koffie III-2-3
koffie zetten koffie opschudden: De koffie opsjödde: kokend water op de gemalen koffie in de koffiepot gieten om op tafel te brengen De reuk van veers opgesjödde koffie kaom oet ¯t keukensje  de koffie opsjödde (Maastricht) opschudden III-2-3
koffiedik dras: dras (Maastricht, ... ), Dao is niks wie get dras in de tas Drink diech deen dras zellef  dras (Maastricht), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  dras (Maastricht), koffiedras: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  koͅfidras (Maastricht), koͅfi‧dras (Maastricht) koffiebezinksel || koffiedik [DC 47 (1972)], [ZND 01u (1924)] III-2-3