e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liguster heg: WLD  héék (Maastricht), liguster: liguster (Maastricht), Endepols  leguster (Maastricht), liguster (Maastricht, ... ), WBD/WLD  liegustər (Maastricht), WLD  leguster (Maastricht), ligustrum: legustrum (Maastricht) De liguster; een struik van 1-4 m hoogte met grauwe opgerichte takken, heeft witte bloemen en zware kogelvormige erwt-grote bessen; zeer bekend als haagplant (merekenspalm, theeboom, mondhout, heggesering). [N 82 (1981)] III-4-3
lijden doorstaan: doorstoon (Maastricht), elend ondergaan: eelent oondergoon (Maastricht), get uitstaan: get oetstoon (Maastricht), in de elend zitten: in dən eelènt zittə (Maastricht), lijden: leijə (Maastricht), lejə (Maastricht), lij-jə (Maastricht), lijje (Maastricht, ... ), lijjə (Maastricht), ps. boven de è staat nog een lengteteken; deze combinatieletter kan ik niet maken/omspellen!  lèjə (Maastricht), onderstaan: ónderstoon (Maastricht), verdragen: verdrage (Maastricht) een onaangename toestand verduren [lijden, onderstaan] [N 85 (1981)] || lijden, in ellende verkeren III-1-4
lijder aan open tuberculose open lijder: ōpǝ lęi̯ǝr (Maastricht) Koe die aan open tuberculose lijdt. Dit is een vorm van tuberculose, waarbij tuberculeuze haarden in het lichaam met de buitenwereld in verbinding staan. Het betreft een zeer besmettelijke vorm. Zie ook het lemma ''lijder aan open tuberculose'' in wbd I.3, blz. 484. [N 52, 17b; N 3A, 85b] I-11
lijfbieden, prolapsus vaginae de kan laten zien: (de koe) lēt dǝ kan zin (Maastricht), dǝ kan lǭtǝ zīn (Maastricht), de koning laten zien: dǝ kø̄neŋ lǭtǝ zīn (Maastricht) Het uitzakken van de bovenrand van de schede, die dan vooral bij liggende dieren buiten de schaamlippen te voorschijn komt als een roze bal, die meestal gauw min of meer ontstoken raakt. Een prolapsus vaginae ontstaat wanneer er een verslapping optreedt in het weefsel dat de vagina vasthoudt in het bekken. [N 3A, 97; N 52, 30a; A 48A, 44a] I-11
lijkbaar baar: baor (Maastricht, ... ), berrie: beerie (Maastricht), lijkbaar: liekbaar (Maastricht, ... ), lijkberrie: liekberie (Maastricht, ... ) De lijkbaar [liechebaar, baar]. [N 96D (1989)] || draagbaar van de doodskist || lijkbaar, draagbaar voor een gekist lijk || Lijkbaar. III-2-2, III-3-3
lijkbidder aanspreker: aanspreker (Maastricht), gwl. de koster  aonspreker (Maastricht), aanzegger: aonzègker (Maastricht), #NAME?  aonzègger (Maastricht), doodbekendmaker: znd 1 a-m; znd 30, 25;  dŏĕtbəkéntmaakər (Maastricht, ... ), doodbidder: doodbidder (Maastricht), krijters: lijkbidders die - genoemd worden. Deze hebben hoge hoeden met rouwsluiers op; het gebruik van ± 50 jaar terug; nu door de koster  krīētərs (Maastricht), lijkenbidder: liekebei-jer (Maastricht) aanspreker || het overlijden aanzeggen; wat is de benaming voor de persoon die dat deed? [VC 30 (1964)] || lijkbidder [ZND 30 (1939)] || lijkbidder (fr. croquemort) [ZND 01 (1922)] || lijkbidder; aanspreker || lijkbidders; wordt het overlijden aangezegd door de naaste buren of door lijkbidders? Hoe heten deze (aanzeggers, aansprekers, groeveneugers, uitingstneugers, lijkers, enz.)? (duidelijk vermelden of deze naam op de buren of op de lijkbidders slaat) [VC 03 (1937)] || persoon die het overlijden aanzegt III-2-2
lijkenhuisje dodenkapelletje: doeje kapelke (Maastricht), lijkenhuis: liekenhōēs (Maastricht), lijkenhuisje: lieke huijske (Maastricht), liekehuiske (Maastricht, ... ), līēkenhuiske (Maastricht), t liekehuiske (Maastricht) Het gebouwtje op of bij het kerkhof, waar de lijkbaar staat en waar men vroeger zo nodig een lijk tijdelijk onderbracht [lijkenhuisje, liek(e)huuske, dodenhuisje, doeëdehuus-je?]. [N 96A (1989)] III-3-3
lijkwagen dodenwagel: doejewage(l) (Maastricht), doejewagel (Maastricht), NOTA BENE  doejewagel (Maastricht), lijkenwagen: liekewage (Maastricht), lijkkoets: NOTA BENE  liekkouts (Maastricht), lijkwagel: NOTA BENE  liekwagel (Maastricht), lijkwagen: liekwage (Maastricht) de lijkwagen [doeëdewaan] [N 96D (1989)] || lijkwagen || lijkwagen; wagen waarin het lijk vervoerd wordt || rijtuig dat familie etc. naar kerk en kerhof brengt III-2-2
lijmknecht, sergeant sergeant: sǝržant (Maastricht) Houten of metalen werktuig waarmee te lijmen delen vastgeklemd kunnen worden. Het bestaat uit één of twee lange benen waarop twee dwarsstukken zitten die met behulp van een draadspil naar elkaar toe gedraaid kunnen worden en de te lijmen delen op deze wijze vastklemmen. Lijmknechten bestaan in verschillende uitvoeringen en afmetingen. Met de in dit lemma opgenomen benamingen worden doorgaans grotere lijmknechten aangeduid, waarbij de lengte van het been of de benen meer dan 30 cm bedraagt. Zie ook afb. 120 en 121. [N 53, 216c; N 53, 217b; N 53, 215; N G, 15; monogr.] II-12
lijmstrijkijzer strijkijzer: strīk˱īzǝr (Maastricht) Stuk massief gietijzer met ijzeren steel en houten handvat, dat wordt gebruikt om de lijm onder het fineer opnieuw te verwarmen. Op deze wijze kan eventuele overtollige lijm onder het fineer met behulp van de belijmhamer weggestreken worden. Zie ook afb. 167. [N 54, 5; N 56, 36] II-12