e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lijn waar het spel begint schraam: sjrōͅm (Maastricht), grens, streep  šraom (Maastricht), schreef: schreef (Maastricht), sjrēf (Maastricht), streep: strīp (Maastricht) De lijn waar bepaalde spelen beginnen [meet, mark, schreef, schram, erke, aanbrak, ambrok, lambrak, doodmeet]. [N 88 (1982)] || Grens, streep. [ZND m] III-3-2
lijnzaad, vlaszaad lijzaad: lēzǭt (Maastricht), lɛ̄zǭt (Maastricht) Linum usitatissimum L. Lijnzaad is de gebruikelijke naam voor het zaad van de vlasplant en, in verband met de olieproduktie, ook voor het gewas. Zie paragraaf 4.2 en in het bijzonder het lemma Vlas. Uit de gerepelde en gedorste zaadbollen wordt olie geslagen, de lijnolie; de overblijvende pulp is een gezocht veevoer. De vormen die hier zijn samengebracht onder de typen lijzend en lijzens zijn te beschouwen als varianten van lijzaad, met een bijzondere verzwaring van het eerste lid. Ze zijn als afzonderlijke typen behandeld vanwege de samenstellingen in dit lemma en in de volgende lemmaɛs. [S 22; Wi 18; monogr.; add. uit JG 1b; L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
lijnzaadmeel lijzaadmeel: lēzǭtmēl (Maastricht), lijzatemeel: lēzǭtǝmēl (Maastricht) De gedroogde pulp die overblijft na het slaan van de olie uit het lijnzaad. Het meel wordt als veevoeder gebruikt. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
lijnzaadolie lijzateolie: lēzǭtǝōli (Maastricht) De olie die uit lijnzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
lijnzaadpap lijzatepap: lēzǭtǝpap (Maastricht) De "pap", ofwel het vloeibare veevoer dat van lijnzaadmeel wordt gemaakt. De zegsman uit Maastricht merkt op dat de pap ook medicinale kracht heeft en gebruikt wordt om op een wond te leggen. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [RND 31; monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59] I-5
lijsterbes lijsterbes: lijsterbes (Maastricht, ... ) lijsterbes (Sorbus aucuparia) [DC 26 (1954)] III-4-3
likken aflekken: aoflekke (Maastricht), lekken: lekke (Maastricht, ... ), lekkə (Maastricht), lèkke (Maastricht, ... ), lèkkə (Maastricht, ... ), lékkə (Maastricht), likken: likkə (Maastricht) likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)] III-2-3
limburgse kaas hervese: Uit het land van Herve E stökske herrense ¯t rook nao herrense (kies)  herrense (Maastricht), hervese kaas: Uit het land van Herve  herrense kies (Maastricht), rommedou: Ze wiste op hun duimke, boe ze de bèste rommedoekes kriege kóste  rommedoe (Maastricht) fijne Limburgse stinkkaas || Limburgse kaas III-2-3
limonade limonade: limmenaad (Maastricht, ... ), E glaas limmenaad Goje limmenaad D¯n Hollender droog ¯n hiel hoeg bensje mèt e klei knievelke en drónk niks es limmenaad  limmenaad (Maastricht) limonade || limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] III-2-3
linde linde: lin (Maastricht, ... ), lindes mv (Maastricht), lindeboom: lindebuim mv (Maastricht) linde || lindeboom III-4-3