e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lindebloesem lindebloei: lindebleui (Maastricht) lindebloesem III-4-3
liniaal lat: lat (Maastricht), liniaal: lieniejaal (Maastricht), lieniejààl (Maastricht), lienjaol (Maastricht), liniaal (Maastricht), regel: reegəl (Maastricht, ... ), regel (Maastricht, ... ), reigəl (Maastricht), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  reechəl (Maastricht) een dunne rechte lat met een maatverdeling om er lijnen langs te trekken [liniaal, linie, regel, regelet] [N 90 (1982)] III-3-1
linkerkant van het paard linkerflank: leŋkǝrflāŋk (Maastricht) Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10] I-9
linkervoorkwartier voorste vierdel links: vø̄rstǝ vidǝl leŋks (Maastricht) Het kwartier van de uier links voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116a] I-11
links, linkshandig links: līnks (Maastricht), linkshandig: linkshandig (Maastricht), linkshendig (Maastricht) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)] || Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Hij is ... [DC 50 (1975)] III-1-2
linkshandig persoon linkse, een -: ene līnkse (Maastricht), linkshandige, een -: linkshandige (Maastricht), linkshendige (Maastricht) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)] || Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Het is een ... [DC 50 (1975)] III-1-2
linnen, linnengoed lijnen: linǝ (Maastricht), līnǝ (Maastricht) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
linnenkast lijnwaadskast: lievenskas (Maastricht), līvənskas (Maastricht, ... ), Die taofellakes ligke bove in de lievenskas Dee is in de lievenskas van z¯ne peer gewees: die een te grote kraag, een te hoog boordje draagt, een te grote zakdoek heeft enz.  lievenskas (Maastricht) kast waarin het linnengoed opgeborgen wordt || legkast [N 56 (1973)] || linnenkast [N 56 (1973)] III-2-1
lintvoeg lintvoeg: lent˲[voeg] (Maastricht) Horizontale voeg. Zie ook afb. 41. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29b; monogr.] II-9
lintzaagmachine lintzeeg: lent˲zēx (Maastricht) Stationaire machine voor het zagen van diverse materialen. Het zaagblad van de lintzaagmachine bestaat uit een stalen band zonder einde dat aan één kant van zaagtanden is voorzien en wordt aangedreven door een elektromotor. Het te zagen materiaal rust op een zaagtafel en wordt tegen het draaiende blad aangedrukt. Met de lintzaag kunnen ook gebogen zaagsnedes worden gemaakt. [N 50, 69; N 53, 16; monogr.] II-12