e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melk van het paard melk: męlǝk (Maastricht) De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57] I-9
melkaders melkaders: mɛlkǭi̯ǝrs (Maastricht) De aders langs de buik naar de uier. [N 3A, 118a] I-11
melkboer melkboer: mɛləkbu.r (Maastricht) melkboer [RND] III-3-1
melkdistel dauwdistel: douwdistel (Maastricht, ... ), doͅu̯destəl (Maastricht), konijnsvoer: Spelling: "fonetisch  knijnsvoor (Maastricht) melkdistel || Melkdistel (sochus oleraceus 20 tot 100 cm groot. De bladeren zijn meestal ingesneden en de stengel omvattend, zacht stekelig getand, dofgroen van kleur. De bloemhoofdjes zijn klein, de bloemen zijn lichtgeel. Bloeitijd van juni tot oktober (zijdistel, [N 92 (1982)] I-7, III-4-3
melken melken: mē̜lǝkǝ (Maastricht), męlǝkǝ (Maastricht) Melk uit de uiers van de koe drukken. Zie afbeelding 9. [L 38, 44; JG 1a, 1b; Wi 26; Vld.; monogr.] I-11
melkgebit melkgebeet: męlǝkgebēt (Maastricht) Tot twee en een half à drie jaar hebben de paarden een melkgebit of veulenstanden. De twee middelste snijtanden komen door in de eerste levensweek van het veulen (soms zijn ze bij de geboorte al aanwezig), binnen een maand of zes weken gevolgd door de snijtanden ernaast. De twee laatste snijtanden volgen tussen de zes en negen maanden, waarna het melkgebit compleet is. De veulenstanden zijn wit van kleur in tegenstelling tot het wat gelige vast gebit en lopen naar de basis toe in een punt uit. [JG 1a, 1b; N 8, 18a] I-9
melkgebit van kalveren kalvertanden: kalvǝrtɛŋ (Maastricht), melktanden: mɛlktan (Maastricht) [N 3A, 108a] I-11
melkkannetje melkkannetje: mèlk-kenneke (Maastricht), melkpotje: mèllekpötsje (Maastricht) melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)] III-2-1
melkkoe melkpot: mɛlkpǫt (Maastricht) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11
melkkuil melkput: mɛlkpøt (Maastricht) Opening waardoor melkaders uit het lichaam van de koe komen. [N 3A, 118b] I-11