e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naaister naaierse: nǝjērs (Maastricht), nɛjērs (Maastricht) De algemene benaming voor een vrouw die als beroep heeft het verrichten van naaiwerk en het vervaardigen van kledingstukken. [N 59, 196; N 62, 1b; N 62, 1d; MW; Wi 18; monogr.] II-7
naaizijde zij(de): zęj (Maastricht) Zijden naaigaren dat oorspronkelijk vervaardigd werd van zuiver zijde. Meestal werkt men nu met zijde die gemaakt is van afvalzijde met katoen (Papenhuyzen III, pag. 12). [N 59, 7a; N 59, 7c; N 62, 57] II-7
naakt bloot: bloet (Maastricht, ... ), moedernaaks: mo:jərna:ks (Maastricht), mudərnaks (Maastricht), naaks: na:ks (Maastricht), naa.ks (Maastricht), naaks (Maastricht, ... ), nāāks (Maastricht), poedel: podel (Maastricht), poedelnaaks: po.dəlna:ks (Maastricht), Bijvorm pol(le)kernaaks, vgl. Rh. Wtb. polkernacks.  póddelnaaks (Maastricht), polkernaaks: Bijvorm pol(le)kernaaks, vgl. Rh. Wtb. polkernacks.  pol(le)kernaaks (Maastricht) bloot: onbedekt || moedernaakt (naakt) [ZND 11 (1925)] || Naakt, moedernaakt. [ZND 05 (1924)] || naakt: zonder kleren, bloot || poedelnaakt || zonder kleren, onbedekt [naakt, nakst, nakend, naaks, naks, bloot] [N 86 (1981)] III-1-3
naald naalde: nõ̜jǝ (Maastricht), nǫ.jǝ (Maastricht), nǭjǝ (Maastricht), nǭljǝ (Maastricht) De naald is een draad gehard staal, voorzien aan de ene zijde van een spitse punt en aan de andere zijde van een oog om de draad door te steken. De kleermaker of naaister gebruikt ze om te naaien, te stoppen of te borduren. Men kent naalden in verschillende lengtes en diktes. De keuze van de naald hangt af van het beoogde doel, de draad en dikte van de draad en de dikte van de stof (Gerritse, pag. 26 en 27). [N 59, 11a; N 62, 49a; N 62, 49c; L 5, 2; L 8, 29; L B1, 76; Gi 1.IV, 13a; MW; Wi 6; S 25; monogr.] II-7
naaldenkoker naaldenkoker: nǭjǝkōkǝr (Maastricht), nǭljǝkōkǝr (Maastricht) Langwerpige koker voor het bewaren van spelden en naalden. Deze koker kan van hout zijn en kan wat krijtpoeder bevatten. Volgens de informant van L 416 worden naalden zo bewaard om naaldenroest tegen te gaan. De informant van Q 111* vermeldt dat men daar talkpoeder gebruikt in plaats van krijtpoeder. [N 59, 13b; N 62, 70; Gi 1.IV, 63; monogr.] II-7
naampatroon patroonheilige: miene petroen-heilige (Maastricht), patroenheilige (Maastricht), pətroenhèjligə (Maastricht), patroonsheilige: petroenshellige (Maastricht) Een naampatroon, de heilige naar wie men is genoemd [namenspatroeën]. [N 96C (1989)] III-3-3
naar de mis gaan de mis horen: de mès hure (Maastricht), de mès huure (Maastricht, ... ), də mès huurə (Maastricht), Ook `bijwonen`.  de mès hure (Maastricht), mis horen: mès hure (Maastricht), naar de kerk gaan: naor de kèrrek goon (Maastricht), noa de kèrrek goon (Maastricht) De mis bijwonen, de mis horen [mès huëre, mès bèèje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
naar huis gaan naar huis gaan: nao hoes goon (Maastricht, ... ), nô hōēs gó:n (Maastricht) naar huis gaan [DC 03 (1934)] III-1-2
naar links haar: hār (Maastricht), hǭr (Maastricht) Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.] I-10
naar rechts hot: hǫt (Maastricht), hot-eweg: hot-eweg (Maastricht) Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.] I-10