e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
okkernoot dikke noot: dikke neut (Maastricht), dsikke neut (Maastricht), -  dikke neut (Maastricht), dikke noot (Maastricht), noot: neut (Maastricht, ... ), neut (mv.) (Maastricht), -  neut (Maastricht), de eu klank lang rekken  nöt (Maastricht), okkernoot: okkernoot (Maastricht), paardsnoot: peerdsneut (Maastricht, ... ) grote soort van okkernoot || noot || okkernoot [DC 17 (1949)] || okkernoot, grote || okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] || vrucht van de noteboom || walnoot I-7
oksaal koor: op et koer (Maastricht), oksaal: eksaol (Maastricht, ... ), iksaol (Maastricht), oksaal (Maastricht), oksaol (Maastricht, ... ), oksāōl (Maastricht), ənə šu‧nən aoksaol mət ənə nöjən öleͅgər (Maastricht), ənə šu‧nən aoksaol mət ənə nöjɛn örgəl (Maastricht) Een schoon oksaal met een nieuw orgel. [ZND 05 (1924)] || Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
oksel oksel: oksel (Maastricht), òksel (Maastricht) oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)] III-1-1
okshoofd (2), maat van 913 liter okshoofd: okshoof (Maastricht), okshoof wien (Maastricht) de maat die een inhoud aangeeft van ± 913 liter [okshoofd] [N 91 (1982)] III-4-4
oleander merium oleander oleander: orlejander (Maastricht), orrelejandər (Maastricht) oleander [ZND m] III-2-1
olie boomolie: boumolie (Maastricht), boumolie en azien op de slaoj doen  boumolie (Maastricht), olijfolie eveneens voor het maken van sla  boumolie (Maastricht), olie: olie (Maastricht, ... ), oolie (Maastricht, ... ), oolĭĕ (Maastricht), ōōlīē (Maastricht), salade-olie: slaojolie (Maastricht), bekend produkt  slaojolie (Maastricht), smoutolie: smaajtolie (Maastricht), gesmolten reuzel en raapolie voor het braden van vlees in crisistijd  smaajtolie (Maastricht), Höb geer pien aon euren tien, medam? kook uuch ¯n bevrore reub in e penneke mèt smaajtolie en smeert euren tien demèt in  smaajtolie (Maastricht), vet: vet (Maastricht) boomolie || olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] || olijfolie || raapolie met reuzelvet || smoutolie III-2-3
olie slaan olie slaan: ōli slō.n (Maastricht) In een oliemolen olie persen uit geplette en verwarmde zaden. Zie ook de lemmata ɛvoorslagblokɛ en ɛheiɛ.' [Jan 17; Jan 279; Coe 15 add.; JG 1b, add.] II-3
oliebol nonnenvot: heer had z¯ne boek vol vaan die nonnevotte  nonnevot (Maastricht) oliebol met jam III-2-3
oliekoek oliekoek: oliekook (Maastricht) oliekoek III-2-3
olielamp olielamp: olielamp (Maastricht, ... ), smoklamp: smóklamp (Maastricht), smooklamp: smooklamp (Maastricht), smoutlampje: smaajtlempke (Maastricht) lampje waarin smout als brandstof gebruikt werd || olielamp || tuitlamp III-2-1