e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
robinia acacia: accasia (Maastricht), akasia (Maastricht), Endepols  acacia (Maastricht, ... ), akkazia (Maastricht), WBD/WLD  akāāziāā (Maastricht), ààkààzijáá (Maastricht) De acacia; heeft 10-35 cm. grote varenachtige bladeren samengesteld uit deelblaadjes van 3-5 cm lengte; in het begin van de zomerdraagt de boom hangende bloemtrossen; de takken wijzen soms naar boven (acacia, asdoorn). [N 82 (1981)] III-4-3
rochelen reutelen: reutele (Maastricht), rochelen: rochele (Maastricht), schrapen: schrāpen (Maastricht) rochelen [klieke, kwalsteren, kwaaieren] [N 10a (1961)] III-1-2
rochet kleed: kleid (Maastricht), rochet (fr.): rochet (Maastricht), rochèt (Maastricht), rosjèt (Maastricht, ... ), rósjèt (Maastricht), rokkelien: rokkelien (Maastricht, ... ) Het korte witte kleed over de misdienaarstoog [rochet, rökkele?]. [N 96B (1989)] III-3-3
rode aalbes aal: iel (Maastricht), bessen: Endepols De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  bes (Maastricht), miemelen: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemel (Maastricht), Endepols De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemel (Maastricht), miemer: eigen fon. aanduidingen De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  miemer (Maastricht), rode wiemer: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  ruəj wīmər (Maastricht), rode wiemeren: roei wiemeren (Maastricht), wiemelen: -  wiemele (Maastricht), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wiemele (Maastricht), wiemələ (Maastricht, ... ), wīēmel (Maastricht), wīēməl (Maastricht), mv: -e  wiemele (Maastricht), wiemer: wiemer (Maastricht, ... ), -  wiemere (Maastricht), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wie.mər (Maastricht), wiemer (Maastricht), wiemər (Maastricht), wīēmər (Maastricht), Endepols roej of zwarte De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wiemer (Maastricht), wiemeren: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  wiemərə (Maastricht), eig. wijnbessen; zwart6 wi:m6r6* = zwarte bessen  wi:m6r6* (Maastricht), mv: -e  wiemere (Maastricht), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  wīmərə (Maastricht) [DC 13 (1945)](aal)bes || aalbes [N 82 (1981)], [ZND 01 (1922)] || rode aalbes [ZND 01 (1922)] I-7
rode biet karoot: kǝrōt (Maastricht), kroot: krōt (Maastricht), krōǝt (Maastricht), rode kroot: rui̯ krōt (Maastricht), rō krōt (Maastricht) Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.] I-5
rode bosbes moelber: (moel\\ber ? - onduidelijk) = zwarte bosbes  moelsber (Maastricht), zijn de rode en blauwe bosbessen  moeleber (Maastricht), molber: Endepols  molleber (Maastricht), Endepols = zwarte bosbes  molleber (Maastricht), zijn de rode en blauwe bosbessen  molleber (Maastricht), mollebers (Maastricht), rode bes: roej bessə (Maastricht), wiemel: Endepols  wiemelle (Maastricht), worbelt: worbelte (Maastricht) De rode bosbes, vossebes (bospalm, naagdebes, kwachtbes, gourbes, kroos, kreus, rode bleek). [N 82 (1981)] III-4-3
rode bosmier bosmier: idiosyncr.  bosmìer (Maastricht) bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)] III-4-2
rode koe rode: rūi̯ǝ (Maastricht) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 124] I-11
rode koe met geheel witte kop witkop: wetkǫp (Maastricht) [N 3A, 125a] I-11
rode koe met witte kop en rode vlekken om de ogen roodblaar: rūtblǭr (Maastricht) [N 3A, 125b] I-11