e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schorseneer schorseneer: schorseneer (Maastricht), sjorsjenere (Maastricht), schorsenelen: schorseneeren; steeds in het mv.  sors6ne:l6* (Maastricht) [DC 76 (2002)]Hoe noemt u: schorseneer (scorzonera hispanica - fam. compositae) [N 71 (1975)] I-7
schort scholk: šǫlǝk (Maastricht  [(gedragen door de sorteerster in aardewerkfabrieken)]  ) Schort, voorschoot van leer of zeildoek. [monogr.] II-8
schort zonder borststuk voorscholk: veurscholk (Maastricht), voorschoot: veurschoot (Maastricht) voorschoot, werkschort zonder borststuk scholk, skolk, veuring, veurik, sloep, sloof, slopschorteldoek] [N 24 (1964)] III-1-3
schortenbont cotonnade: katǝnāt (Maastricht) Bonte stof voor schorten, meestal van katoenen stof. [N 62, 86; N 62, 98; N 59, 201; MW; monogr.] II-7
schortvol scholk: sjòllək (Maastricht), scholkvol: der sjolk vaol (Maastricht), scholkvol (Maastricht), sjollekvól (Maastricht), schoot: sjoet (Maastricht, ... ), schootvol: schoet vòl (Maastricht), sjoet vol (Maastricht), sjoetvol (Maastricht, ... ), sjoetvòl (Maastricht), sjoetvól (Maastricht) de hoeveelheid die men in één keer in zijn schort kan vervoeren [schoot, schortvol, slip] [N 91 (1982)] III-4-4
schot schot: š"t, twi š"t (Maastricht) Een schot, twee schoten (van een wapen). [ZND 06 (1924)] III-3-1
schotel schotel: šō.təl (Maastricht, ... ), betekenis schaal  sjootel (Maastricht), Verklw. sjeutelke  sjotel (Maastricht), vleesschotel of vleesschaal  sjotel (Maastricht), telloor: təlø&#x0304r (Maastricht, ... ) een ronde schotel [ZND 06 (1924)] || schotel [ZND m] || schotel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
schoteltje schoteltje: sjeutelke (Maastricht, ... ), Zèt de tas op ¯t sjeutelke  sjeutelke (Maastricht) bordje onder een kopje || kleine schotel || schoteltje || schoteltje, klein bordje of ~, gebruikt onder een kopje waaruit men drinkt [N 20 (zj)] III-2-1
schouder schouder: de sjowers optrekke (Maastricht), sjouwer (Maastricht, ... ) Hij gaf me een klap op mijn schouder. [DC 17 (1949)] || schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-1
schouderblad schoft: dikke sjōf (Maastricht), schouder: sjouwər (Maastricht), schouderblad: sjouwerblaad (Maastricht, ... ), sjouwerblaat (Maastricht) Schouderblad: een der beide, driehoekige platte beenderen op de bovenrug die de schouders helpen vormen (schouderblad, schoft). [N 84 (1981)] III-1-1