e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biljet van twintig gulden briefje van twintig: e breefke vaan twintig (Maastricht), twintig gulden: 20 gölde (Maastricht) 20 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van vijfentwintig gulden briefje van vijfentwintig: e breefke vaan vief en twintig (Maastricht), geeltje: geeltje (Maastricht), vijfentwintig gulden: 25 gölde (Maastricht) 25 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van vijftig gulden briefje van vijftig: e breefke vaan fieftig (Maastricht), groentje: groentje (Maastricht), vijftig gulden: 50 gölde (Maastricht) 50 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
billen batsen: batsǝ (Maastricht), kont: kǫnt (Maastricht), vot: vǫt (Maastricht) Het achterwerk van de koe. [N 3A, 112] I-11
billijk billig: billig (Maastricht), schappelijk: schappelik (Maastricht, ... ), sjappelik (Maastricht, ... ), sjappəlik (Maastricht, ... ), sjappəluk (Maastricht), sjāppələk (Maastricht), sjàppəlik (Maastricht, ... ) redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)] III-3-1
binnendeksel horretje: hǭrǝtjǝ (Maastricht) Tenen traliewerk onder het buitendeksel. Dat voorkomt dat de duiven ontsnappen, als de mand geopend wordt. Zie ook afb. 283. [N 40, 89] II-12
binnendekseldeurtje klep: klęp (Maastricht) Het deurtje in het binnendeksel waar men de duiven één voor één door naar buiten kan halen of in de mand kan plaatsen. Zie ook afb. 283. [N 40, 91; N 40, 92] II-12
binnendeur tussen woonhuis en stal staldeur: [stal]dø̄r (Maastricht) De deur die vanuit het woonhuis toegang geeft tot de aangrenzende stal(len). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 32b] I-6
binnenplaats cour (fr.): koer (Maastricht, ... ), (de koer)  cour (Maastricht), cour-tje: kuurke (Maastricht), plaatsje: plaetske (Maastricht), plaotske (Maastricht), plei: plèj (Maastricht), steenweg: zie Maastrichts wbk 406  steiweeg (Maastricht) Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)] III-2-1
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen kalot (<fr.): Zie ook afb. p. 171; vgl. bonnegrèkske.  kalot (Maastricht), kalotje (<fr.): kelötsje (Maastricht) kalot: rond mutsje || mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)] III-1-3