e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stoven smoren: smaore (Maastricht), smaorə (Maastricht, ... ), smore (Maastricht), stoven: staove (Maastricht, ... ), staovə (Maastricht, ... ), stāōvə (Maastricht), De greunte mèt boter staove  staove (Maastricht) langzaam gaar (laten) worden || stoven || stoven; Hoe noemt U: Met weinig vet op laag vuur gaar laten worden (smoeren, stoven, wallen) [N 80 (1980)] III-2-3
straal straal: strǭl (Maastricht) Veerkrachtig eeltweefsel, enigszins in de vorm van een pijlpunt (mnl. straal: pijl), dat de driehoekige ruimte van de achterrand van de steunsels van een paardehoef opvult. Tilt men de hoef op, moet er een goed ontwikkelde straal te zien zijn. Beginnend bij de bal van de voet en in één punt uitlopend naar de teen werkt de straal als een antislipmechanisme. Zie afbeelding 5. [JG 1a, 1b; N 8, 33 en 34] I-9
straalkanker kankerpoot: kāŋkǝrput (Maastricht) Straal- of hoefkanker is een kwaadaardige woekering in de hoorn van de straal of zoolhoefwand. Deze wordt week en rot en er ontstaan rode, licht bloedende tepeltjes of wratten, die een roodachtig, stinkend vocht afgeven. Uiteindelijk raakt de hele hoefschoen ondermijnd. Kanker komt bij een paard voornamelijk in de hoef voor. De ziekte is ongeneeslijk. Vgl. het lemma ''rotstraal'' (7.19). Zie afbeelding 23. [A 48A, 19; N 52, 32d en 90l] I-9
straat straat: straot (Maastricht), stròòt (Maastricht) straat [DC 02 (1932)] III-3-1
straatbezem bezem: bèssem (Maastricht), keerborstel: keerbeurstel (Maastricht), Grote borstel met lange steel Noe geit miech die oele mèt de keerbeurstel de mör aofstöbbe  keerbeurstel (Maastricht), straatbezem: straotbessem (Maastricht), straatborstel: Zie tekening : (rechts)?  straotbeurstel (Maastricht), Zie tekening: 3 (rechts)  straotbeurstel (Maastricht) bezem (soorten) [DC 15 (1947)] || bezem, hard, gebruikt voor ruwer werk, zowel binnen- als buitenshuis (harde bezem) [N 20 (zj)] || borstel om te vegen || veegborstel III-2-1
straatgoot goot: geut (Maastricht, ... ), gut (Maastricht), göt (Maastricht, ... ), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  göt (Maastricht), grub: Van Dale: grub, (gew.) greppel, vore; drooggevallen beek; kuil, putje.  gröb (Maastricht) een geul langs de weg waarlangs afvalwater kan wegstromen [N 90 (1982)] III-3-1
strafschop penalty (eng.): Karte 171.  penalty/penanty (Maastricht) Elfmeter (im Fussballspiel). III-3-2
strek lange kant: laŋǝ kant (Maastricht), strek: strɛk (Maastricht) De lange smalle zijde van een metselsteen. Zie ook afb. 30. [N 31, 17b; N 98, 173; monogr.] II-8
strekkenlaag panneresse: panrɛxs (Maastricht), strekkenlaag: strɛkǝlǭx (Maastricht) Laag in lengterichting liggende bakstenen. Zie ook het lemma 'Strek' in wld ii.8, pag. 75 en afb. 41. [N 31, 23a; monogr.] II-9
strekkenmaat strekkenmaat: strɛkǝmǭt (Maastricht) De lengte van de strek van een baksteen plus één voeg. Onder de strek verstaat men de lange, smalle zijde van een metselsteen. Zie ook het lemma 'Strek' in wld ii.8, pag. 75. [N 31, 8a] II-9