e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q095p plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vetleren schoen vetleren schoen: vètlere sjeun [mv.} (Maastricht) vetleren [schoenen] III-1-3
vetmesten masten: mastǝ (Maastricht), mesten: męstǝ (Maastricht) Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.] I-11
vetweide vetwei: vɛtwɛi̯ (Maastricht) Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.] I-8
vetweiden vetweiden: vɛtwɛi̯ǝn (Maastricht) Het laten grazen van slachtvee in een speciaal daarvoor bestemde weide. [N 3A, 77b] I-11
veulen veulen: vø̄lǝ (Maastricht) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vezelplaat hardboard: hart˱bǫrt (Maastricht), spaanplaat: spǭnplāt (Maastricht) In het algemeen een plaat die gemaakt is van geperste vezels. In vezelplaat kunnen houtvezels (bijvoorbeeld van afvalhout) of andere plantaardige cellulose-vezels zoals vlas, stro, suikerriet en papier, verwerkt zijn. De woordtypen spaanplaat en houtspaanderplaat zijn benamingen voor platen die zijn vervaardigd van houtspaanders die met kunstharslijm zijn samengeperst. Hardboard is een vrij dunne, maar harde houtvezelplaat. [N 56, 2; N 56, 5] II-12
viaticum heilige communie (<lat.): h kmunie van de stérvende (Maastricht), laatste communie (<lat.): lèste kemunie (Maastricht) De H. Communie als teerspijs voor een stervende, viaticum. [N 96D (1989)] III-3-3
vier uitersten vier uitersten: veer uterste (Maastricht), veer uuterste (Maastricht) De vier uitersten van de mens (te weten: dood, oordeel, hemel, hel) [toponiem te Meijel: de Vruttersjte]. [N 96D (1989)] III-3-3
vierde deel van een stuk boomstam scheer: šīr (Maastricht) Zie de toelichting bij het lemma ɛklievenɛ.' [N E, 9] II-12
vierdeel eieren vierdeel: vidǝl (Maastricht), vidǝlǝ (Maastricht), vęrǝl (Maastricht), vīdǝl (Maastricht) Een vierdeel eieren is volgens het WNT vooral een maat voor granen. Wat een vierdeel eieren inhoudt, is moeilijk na te gaan. De Diksjenaer van ''t Mestreechs zegt dat een viedel eieren een vierendeel van honderd plus één is, dus 26. Heel waarschijnlijk gaat het dus om een vierde deel van honderd.' [L 8, 44; monogr.] I-12