e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droogplaats baan: bǭn (Maastricht) Het gedeelte van de steenbakkerij waar de vormelingen werden omgeslagen om te drogen tot ze hanteerbaar waren. De droogplaats werd voor de campagne gëgd, zonodig met zand opgevuld en met een verzwaard raamwerk gesleept, zodanig dat het oppervlak naar de kanten licht afhelde. Vervolgens werd het geheel gewalst - Geuskens, pag. 97. Drie meter breedte van de baan werd in Q 17 een zats (zats) genoemd. Was zoɛn stuk volgelegd, dan werd de vormtafel verplaatst. Zie ook het lemma ɛomzettenɛ.' [N 98, 95; monogr.] II-8
droogstaan droogstaan: drȳxstǭn (Maastricht) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogte droogte: drügdə (Maastricht) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4
droogzolder meelzolder: meelzolder (Maastricht), zolder: zolder (Maastricht) De zolder boven de oven. Uit de woordtypen "droogzolder", "droogoven", "meelzolder" en "bloemzolder" blijkt dat deze ruimte gebruikt wordt zowel om iets erin te drogen als om iets erin op te slaan. Volgens Weyns (blz. 66) wordt deze plaats ook wel benut voor het drogen van zaden en volgens de informant van Q 99* droogt men het metershout hierin. [N 29, 105c] II-1
drop krissie: kresi (Maastricht), krissie (Maastricht, ... ), krissīē (Maastricht, ... ), krissĭĕ (Maastricht), D¯n optieker gaof us eder ¯n hamfel krissies Krissies um sjuimke te trèkke  krissie (Maastricht), zie ook znd 1u,45a  krissie (Maastricht), krissieriem: Veur vief sent kreegste ¯ne dikke krissiereem in dat knabbewinkelke  krissiereem (Maastricht), krissiewater: krissewater (Maastricht), krissiewater (Maastricht), krissĭĕwáátər (Maastricht), zoethout: zeuthout (Maastricht) drop [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] || drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)] || gestold zoethoutaftreksel || lang stuk drop III-2-3
dropwater klissiewater: klissĭĕwáátər (Maastricht), krissiewater: kresiwāter (Maastricht), krisse-water (Maastricht), krissie water (Maastricht), krissiewaatər (Maastricht), krissiewater (Maastricht, ... ), krissiewatər (Maastricht), krissiewāāter (Maastricht), krissīēwatər (Maastricht), krissīēwáátər (Maastricht), krissĭĕwāātər (Maastricht) dropwater [ZND 01u (1924)] || Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)] III-2-3
dropwater maken schuimpje trekken: Kindervermaak Uit een fles met "krissiewater", na ze eerst geschud te hebben, het ontstane schuim zuigen  sjuimke-trèkke (Maastricht) schuimje trekken III-2-3
druifhyacint blauw druifje: Spelling: "fonetisch  blauw druifje (Maastricht), WLD  blauwdruifkəs (Maastricht) Druifhyacint (muscari). Bloempjes dicht opeen, bijna kogelvormig. De onderste knikkend, de bovenste zacht opstaand, deze laatste meestal zonder stamper of meeldraden. De bloemen zijn blauw met een witte rand of geheel wit. In bossen en weilanden (traantje [N 92 (1982)] III-4-3
druilerig en koud weer klam (weer): klaam (Maastricht), kláám (Maastricht), klein buitje: klein buikə (Maastricht), miezelig (weer): miezelig (Maastricht), miezerig (weer): miezerig (Maastricht, ... ), miezerig weer (Maastricht), monketig (weer): monketig (Maastricht), mónketig (Maastricht), mottig (weer): mottig (Maastricht), nat (weer): naat (Maastricht, ... ), naat weer (Maastricht, ... ), nāat (Maastricht), nāāt (Maastricht), nāāt weer (Maastricht), nāāt wēēr (Maastricht), nāt (Maastricht), na͂a͂t (Maastricht), nàat weer (Maastricht), náát (Maastricht), náát weer (Maastricht), nâât (Maastricht), ps. boven de Å staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  nāt (Maastricht), regenachtig (weer): reegənēgtich (Maastricht), reegənēgtəg (Maastricht), regenechtig (Maastricht, ... ), regənechtəch (Maastricht), rēēgənègtig (Maastricht), rēēgənègtəch (Maastricht), rēgənechtich (Maastricht), vochtig (weer): vochtig (Maastricht, ... ), vò-gtich weer (Maastricht), vuil (weer): voel (Maastricht), waterkoud (weer): waterkaait (Maastricht, ... ), waterkaajt (Maastricht, ... ), wātərkāājt (Maastricht), wáátərkaajt (Maastricht), wáátərkáájd (Maastricht), wáátərkáájt (Maastricht), zeverig (weer): zeiverig weer (Maastricht), zuur weer: zoër weêr (Maastricht) druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [DC 02 (1932)], [ZND m] || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] III-4-4
druiventros druivenblad: droeveblaad (Maastricht), druiventros: droeventros (Maastricht), droevetros (Maastricht), drūvətroͅs (Maastricht, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 33 (1940)]druivenblad || druiventros I-7