e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
erwten- of bonenranken bonenranken: boene raank (Maastricht), erwtenranken: erreten raank (Maastricht) [N Q (1966)] I-7
erwtensoep erwtensoep: erretesop (Maastricht), In de erretesop huurt ¯ne poet en ¯n hemke  erretesop (Maastricht), snert: snert (Maastricht), Snert is seldaotekos  snert (Maastricht) erwtensoep || snert III-2-3
esdoorn es: es (Maastricht), -  es (Maastricht), Endepols  es (Maastricht, ... ), WBD/WLD  es (Maastricht), ès (Maastricht), esdoorn: Endepols  esdoorn (Maastricht), lindeboom: -  lindeboum (Maastricht) De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)] || gewone esdoorn [DC 69 (1994)], [ZND 34 (1940)] III-4-3
espagnolette espagnolette: spanjolɛt (Maastricht), pomp: po.mp (Maastricht) Toestel waarmee een draairaam gesloten kan worden. Het bestaat uit een vierkante of ronde staaf die in het midden als heugel is bewerkt en waarop het aan de kruk zittende rondsel werkt. Door het overhalen van de kruk bewegen de delen van de staaf zich naar elkaar toe. In gesloten toestand bevinden de uiteinden van de staaf van de espagnolette zich in aan de boven- en onderdorpel van het kozijn bevestigde ogen. [N 54, 95; monogr.] II-9
etagère etagère: etagère (Maastricht), étagère (Maastricht), bekend meubelstuk Zèt de blómpot op d¯n etazjaer Op ¯t etazjaerke stónte e paar houte postuurkes  etazjaer (Maastricht), etagère-tje: etagèrke (Maastricht), etesjĕrke (Maastricht) etagère || Tafel of kastje om kostbare voorwerpen op uit te stallen (stagère, siertafel) [N 79 (1979)] III-2-1
etalage etalage (<fr.): eetááláásj (Maastricht), kijkuit: kiek oet (Maastricht, ... ), kiekoet (Maastricht, ... ), kīēkōēt (Maastricht), kīēkòèt (Maastricht), vitrine (fr.): vietrien (Maastricht, ... ), vitrien (Maastricht, ... ), vīētrīēn (Maastricht), vĭĕtrĭĕn (Maastricht) de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)] III-3-1
eten (ww.) bikken: bikke (Maastricht), vèlt hijj niks te bikke?  bikke (Maastricht), eten: eete (Maastricht), ete (Maastricht, ... ), ēte (Maastricht), ētə (Maastricht), éétə (Maastricht) bikken || eten [DC 35 (1963)], [DC 37 (1964)], [RND], [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-2-3
etensresten orten: örte (Maastricht), Boe de sjieper z¯n örte bewaort Ook horte: De goddeloeze dee kraog niks, gein horte of restante  örte (Maastricht), rammenanten: rammenante (Maastricht), Veer kaome te laat en mooste kóntent zien mèt de rammenante  rammenante (Maastricht) etensresten || kliekjes, etensresten || overblijfselen van een maaltijd III-2-3
etiquette - &lt;nors persoon&gt; groenerd: greinert (Maastricht), groenijzer: dat is ⁄n grieniezer (Maastricht), zuurpruim: dat is ⁄n zoerprom (Maastricht) onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)] III-3-1
etter etter: ettər (Maastricht), eͅtər (Maastricht), materie: məte:ri (Maastricht) etter [ZND 01 (1922)], [ZND m] || etter (van een wonde, enz.) [ZND 01u (1924)] III-1-2