e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebint gebont(e): gǝbont (Maastricht  [(meervoud: gǝbontǝr)]  ) Het geheel van spantbenen, gordingen, kepers etc. waarop de dakbedekking rust. Zie ook afb. 49 en 71. [S 9; N 54, 149a; N 54, 149b; N 54, 151; monogr.; Vld.] II-9
gebit gebeet: gǝbēt (Maastricht), gebit: gaaf gebeet (Maastricht, ... ), gebeet (Maastricht, ... ) Een gaaf gebit, het gebit van de oude man is nog heelemaal gaaf. [DC 14 (1946)] || gebit [N 10a (1961)] || Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] I-9, III-1-1
gebluste kalk gebluste kalk: gǝbløstǝ kalǝk (Maastricht), gǝblø̜s˱dǝ kalǝk (Maastricht) Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.] II-9
geboorte blijde gebeurtenis: ’n blij-j gebäörtenis (Maastricht), geboorte: geboorte (Maastricht, ... ), oplegging: ǫplęqeŋ (Maastricht) De plaats waar de boog aan weerszijden tegen de rest van het metselwerk rust. De stenen in de muur moeten hier, om aansluiting te geven, behakt worden. In Q 121 spreekt men dan van 'geschoren stenen' ('jǝšōrǝ štęŋ'). Volgens de invuller uit Q 97 telt een poortboog altijd een oneven aantal stenen. [N 32, 19a; monogr.] || geboorte || Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)] II-9, III-2-2
geboortefeest doopkoffie: duipkoffie (Maastricht), kinderfeest: kinderfies (Maastricht), kindərfīs (Maastricht), kraamkoffie: kraomkoffie (Maastricht) De feestelijke koffiemaaltijd die de kraamvrouw na de kerkgang thuis hield met de vrouwen uit de buurt [kindjeskoffie, kindjeskermis?]. [N 96B (1989)] || Het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)]. [N 88 (1982)] III-3-2
geboren worden geboren: gebore (Maastricht), geboren worden: gebore weurde (Maastricht), gebore weure (Maastricht), gəboorə weurə (Maastricht) geboren || Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)] III-2-2
gebouw bouw: bouw (Maastricht), gebouw: gəboͅ.u̯ (Maastricht), E groet gebouw ¯n Aajd gebouw  gebouw (Maastricht) gebouw III-2-1
gebreide kous strikkous: strikkous (Maastricht, ... ), strikkousen (Maastricht), strikkóus (Maastricht) [strikkous*]: breikous || Breikous [ZND m] || breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebreide wollen muts wollen muts: wolle möts (Maastricht) muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] III-1-3
gebrek, tekort defaut (belg. defoos): defo (Maastricht), mankatie: mankasie (Maastricht) gebrek || gebrek, tekort III-4-4