e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gestichte mis gestichte heilige mis: gestiechde H. mès (Maastricht), gestiechte heilige mès (Maastricht), gestichte mis: gestiechde mès (Maastricht, ... ), gestiechte mès (Maastricht), stichting: stiechting (Maastricht) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3
gestreepte broek fantasiebroek: fantasiebrook (Maastricht, ... ), gestreepte broek: gestriepde brook (Maastricht, ... ), streepjesbroek: striepkesbrook (Maastricht, ... ), strepen broek: Van Dale: II. strepen (bn.), <gew.> van gestreepte stof: een strepen rok.  striepe brook (Maastricht, ... ) #NAME? || broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] || de gestreepte broek van het jacquet [N 59 (1973)] III-1-3
getailleerd colbert getailleerd (volt. deelw.): getaljeerd (Maastricht) een getailleerd colbert [N 59 (1973)] III-1-3
getailleerde jas redingote (fr.): [Van Dale: redingote, (Fr., verbasterd uit riding coat), <vero.> geklede jas met twee rijen knopen]  riddingot (Maastricht) geklede jas met taillenaad [N 59 (1973)] III-1-3
getalzijde van een geldstuk munt: munt (Maastricht), mønt (Maastricht), mø͂ͅnt (Maastricht), In de zegsw. kop of mäönt (goje): kruis of munt.  mäönt (Maastricht), Sub kruis: Kruus (gwl. kop) of mäönt.  mäönt (Maastricht) De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)] || Kruis: d) Muntteken. || Munt. III-3-2
getob; tobben gedoens: gədoons (Maastricht), gemartel: ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel  gəmartəl (Maastricht), gesukkel: gesukkel (Maastricht, ... ), gəsukkəl (Maastricht), gəsökəl (Maastricht), pesterij: pesterij (Maastricht), plagerij: plaogerij (Maastricht), sukkelen: sukkele (Maastricht, ... ), tobben: tobbe (Maastricht) gemartel [ZND 01 (1922)] || het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətròwdə vròw (Maastricht) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuige getuige: getuige (Maastricht, ... ), getuige zien bij t huwelik (Maastricht), gətuigə (Maastricht, ... ), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  gətēūjchə (Maastricht) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || getuige huwelijk || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)] III-2-2, III-3-1
getuige zijn bronken: broonke (Maastricht), getuige zijn: getuige zien (Maastricht, ... ), gətēūgə zīēn (Maastricht), gətuigə zien (Maastricht), gətuigə zīēn (Maastricht), getuigen: getuige (Maastricht, ... ), getuuge (Maastricht), gətuigə (Maastricht, ... ) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] III-2-2
getuigen getuigen: gətøj:ge (Maastricht), [overgeheveld van lm. getuigenis, geen begrip getuigen in N 90, RK]  getuige (Maastricht, ... ) de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)] || getuigen [ZND 01 (1922)] III-3-1