e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jus, vleesnat jus: zjeu (Maastricht), zju (Maastricht, ... ), In deze betekenis niet zeer gewoon Doeg diech nog get zju op de eerappele  zju (Maastricht), saus: sajs (Maastricht), ¯n gaajs à l¯instar de Visé mèt knoflook en ¯n witte sajs De sajs is beter es de vès: de bijzaak is belangrijker dan de hoofdzaak  sajs (Maastricht) jus || saus || toebereid nat bij spijzen || vleesnat III-2-3
juweel bijou (fr.): biejoe (Maastricht), biesjoe (Maastricht, ... ), bijoe (Maastricht), bijou (Maastricht, ... ), bĭĕzjoe (Maastricht), edelsteen: adelstein (Maastricht), edelstein (Maastricht), ənən eedəlstein (Maastricht), juweel: jĕwiel (Maastricht), jĕwielen (Maastricht), sjewiel (Maastricht), zjewiel (Maastricht), zjuwiel (Maastricht), steen: stein (Maastricht, ... ) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] || juweel: kleinood, edelsteen || voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)] III-1-3
kaak geschaar: geschier (Maastricht), kaak: kaak (Maastricht, ... ), kake (Maastricht), kaken (Maastricht), kâkə (Maastricht) kaak [DC 02 (1932)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaakbeen(rand) raak: raak (Maastricht), rake (Maastricht, ... ) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaakgestel geschaar: gesjier (Maastricht), kakement: kakement (Maastricht), kakemint (Maastricht, ... ), In zinnen als: een slag op je ...  kakemint (Maastricht), schaar: sjier (Maastricht) kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd de maan schijnt: de maon scheint (Maastricht), glibber: glibber (Maastricht), kale glibber: kale glibber (Maastricht), ne kale glibber (Maastricht), kale jim: kaale zjiem (Maastricht), kale tjiets: kaale ziejts (Maastricht), kale, een -: kale (Maastricht), kletskop: kletskop (Maastricht, ... ), volle maan: volle maon (Maastricht) kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1
kaal knopkruid knopkruid: ?  knopkruid (Maastricht) kaal knopkruid [DC 28 (1956)] III-4-3
kaam kaam/kamen: kø̜̃m (Maastricht), kø̜̄m (Maastricht), schimmel: šomǝl (Maastricht) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes krapjes: krepkes (Maastricht), krepkəs (Maastricht), kreͅpkəs (Maastricht), krè.pke:s (Maastricht), krèpkes (Maastricht), kré:pkes (Maastricht), krəepkəs (Maastricht), En de krepkes zien veur pa Erretesop mèt krepkes  krepke (Maastricht), krappen: krabbe (Maastricht), krabə (Maastricht) Hoe heten de vetklonters, die overblijven, als runds of varkensvet wordt gesmolten? (kaan) [ZND 02 (1923)] || kaantje || vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3
kaaps viooltje kaaps viooltje: kaaps viooltje (Maastricht), Kaapsviuulke (Maastricht), Spelling: \"fonetisch\  kaaps vijuulkə (Maastricht) Kaapsviooltje (saintpaulia). Kas en kamerplant met violette of roze bloemen (violettekesplant, kaaps viooltje, poliake). [N 92 (1982)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: saintpaulia [N 73 (1975)] III-2-1