31497 |
klinknagel |
klinknagel:
kleŋknāgǝl (Q095p Maastricht),
rivet:
rǝvęt (Q095p Maastricht)
|
Rond metalen staafje waaraan een kop is geperst. Zie ook afb. 177. Klinknagels worden volgens de koperslager uit L 266 onder meer gebruikt om hengsels te bevestigen. Koperen klinknagels werden vroeger volgens de zegsman uit L 210 gedraaid uit koperen plaat en vervolgens door het klinknagelijzer (kleŋkngǝlīzǝr) geslagen waardoor er een kop op kwam. Zie ook het lemma "nagelijzer". [N 66, 48a-b; N 100, 18; monogr.]
II-11
|
31502 |
klinknageltang |
nageltang:
nāgǝltaŋ (Q095p Maastricht)
|
Lange tang met aan de voorzijde van de bek een ronding waarin de klinknagel past. De nageltang wordt gebruikt om de verhitte klinknagels uit het vuur te nemen. Zie ook afb. 182. [N 33, 183; N 33, 380]
II-11
|
24536 |
klit |
klit:
klet (Q095p Maastricht),
kleͅt (Q095p Maastricht),
klɛt (Q095p Maastricht),
Spelling: "fonetisch
klettə (Q095p Maastricht),
WLD
klitte (Q095p Maastricht),
klittə (Q095p Maastricht)
|
klis [ZND 01 (1922)] || Klis (arctium tomentosum/xantimum atrumarium). De plant is 50 tot 130 cm groot. De bladeren zijn aan de onderkant viltig behaard; de bloemhoofdjes staan in schermvormige trossen, de omwindselblaadjes zijn wit spinnewebachtig behaard, vaak met een rode spi [N 92 (1982)]
III-4-3
|
20950 |
klokhuis |
keets:
kitsj (Q095p Maastricht),
kitsj* (Q095p Maastricht),
kits:
kitsch (Q095p Maastricht),
kitsj (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
kitš (Q095p Maastricht)
|
[ZND m]Hoe noemt men het binnenstee van een appel? (klokhuis) [DC 31 (1959)] || klokhuis || klokhuis (het binnenste van een appel) [ZND 17 (1935)] || klokhuis van appels en peren
I-7, III-2-3
|
24651 |
klokje (alg.) |
blauw klokje:
Spelling: "fonetisch
blauw klökskə (Q095p Maastricht),
klokje:
WLD
klökskə (Q095p Maastricht)
|
Klokjesbloem (campanula 50 tot 100 cm groot. De plant is ruw behaard. De stengel heeft scherpe kanten; de onderste bladeren zijn hartvormig en langgesteeld, de bovenste zijn smal en kort of niet gesteeld, de bladrand is gezaagd. De bloemen staan in loss [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23299 |
klokje op het priesterkoor |
bel:
de bel (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
gong:
gong (Q095p Maastricht),
grote bel:
de groete bel (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht)
|
Het klokje, de grote bel of de gong op het priesterkoor, waarmee het begin en het einde van de dienst wordt aangegeven. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23478 |
klokkenluider |
klokkenluider:
de klokkeloejers (Q095p Maastricht),
de klokkelôjjers (Q095p Maastricht),
klokkelojjers (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
klokkelōējers (Q095p Maastricht)
|
De personen die tijdens de grote processie de klokken luiden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23450 |
klokkenstoel |
klokkenstoel:
klokkesjtool (Q095p Maastricht),
klokkestool (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
klōkkestōōl (Q095p Maastricht),
stellage:
de stèllage (Q095p Maastricht),
stoel:
sjtool (Q095p Maastricht)
|
De stellage, het toestel waarin de klok hangt [klokkegalg, klokkestoel]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23463 |
klokkentouw |
klokkentouw:
de klokketouw (Q095p Maastricht),
klokketouw (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
klokketow (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
touw: kort
klokketouw (Q095p Maastricht),
klokkenzeel:
klokkezeil (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht)
|
Het touw om de klok te luiden [klokketouw, klokkereep, klokkezeel?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18230 |
klomp |
klomp:
eine klomp (Q095p Maastricht),
klomp (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
klompe (Q095p Maastricht),
kloom-p (Q095p Maastricht),
kloomp (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
kloompe (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
klōmp (Q095p Maastricht),
klōmpə (Q095p Maastricht),
klòomp (Q095p Maastricht),
klómp (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
klömp (Q095p Maastricht),
klōmp (Q095p Maastricht),
⁄ne kloomp (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht)
|
Hoe noemt men de hiernaast afgebeelde houten voetbekleedsels ? (klompen) [DC 15 (1947)] || Hoe noemt mn een enkele van deze voetbekleedsels ? [DC 15 (1947)] || In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp [ZND m] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] || klomp: bekend schoeisel || schoeisel bestaande uit een uitgehold stuk hout, houten schoen [klomp, kloon, blok, holsblok, klopper, lolleblok, sabot] [N 86 (1981)]
II-12, III-1-3
|