28903 |
mouwplank |
mouwplankje:
mǫwplęŋkskǝ (Q095p Maastricht)
|
De mouwplank gebruikt men voor het openpersen van de mouwnaden; zij wordt daartoe in de mouwen gestoken. De informant van L 416 zegt een mouwplank met één poot te gebruiken. Zie ook het lemma ɛpersplankɛ. Zie afb. 16.' [N 59, 19d]
II-7
|
18325 |
mouwschort |
mouwenscholk:
mouwesjollek (Q095p Maastricht),
mouwscholk:
mouwscholk (Q095p Maastricht),
wanneer er mouwen in zijn
mouwsjolk (Q095p Maastricht)
|
schort met mouwen [N 24 (1964)] || zijn er verschillende namen voor verschillende soorten van deze kledingstukken ? [DC 15 (1947)]
III-1-3
|
29066 |
mouwsplitje |
open split:
ōpǝ splet (Q095p Maastricht)
|
Het splitje onder aan de mouw van het colbert. [N 59, 131a]
II-7
|
29069 |
mouwvoering aannaaien |
aannaaien:
ǭnnęjǝ (Q095p Maastricht)
|
De voering van de mouw aan het armsgat hechten. [N 59, 127]
II-7
|
24356 |
mug |
mug:
muk (Q095p Maastricht),
mök (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
möq (Q095p Maastricht)
|
mug || steekmug [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
20598 |
muik |
kafhok:
kááfhòk (Q095p Maastricht)
|
mui; Hoe noemt U: (Geheime) bergplaats voor onrijp fruit (mui, ponk, bier, moele, loering, gielgoerde) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
26147 |
muilband |
kopband:
kǫp˱bant (Q095p Maastricht)
|
Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.]
II-11
|
34223 |
muilkorf voor kalveren |
muilkorf:
mulkǫrf (Q095p Maastricht)
|
De muilkorf voor kalveren die geen hooi mogen vreten. [N 3A, 14e]
I-11
|
17872 |
muilpeer |
dadel, enz.):
mulpēr (Q095p Maastricht),
kaakslag:
kaaksjlaag (Q095p Maastricht),
muilpeer:
moelpeer (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
mu:lpe:r (Q095p Maastricht),
slag op de muil:
ne slaag op d`n moul kriege (Q095p Maastricht),
slag op de snuits:
ne slaag op d`n snoets kriege (Q095p Maastricht)
|
een muilpeer (geef gelijkbeteekenende woorden: oorvijg [ZND 01u (1924)] || muilpeer [ZND 01 (1922)] || Slag op de kaak; muilpeer (flets, fleer, plakkaat, kek, kokarde, klamats). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18308 |
muiltje |
muil:
muile (Q095p Maastricht),
slipper:
slippers (Q095p Maastricht),
slof:
sloffe (Q095p Maastricht)
|
Muiltje. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men die zonder achterkant? [DC 44 (1969)] || muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)]
III-1-3
|