25507 |
ovenvloer |
bakruimte:
bakruimte (Q095p Maastricht),
stenen vloer:
stęjn vlūr (Q095p Maastricht),
vuurvaste stenen:
vȳrvastǝ stęjn (Q095p Maastricht)
|
De ovenvloer waarop het brood wordt gebakken. Een aantal woordtypen duidt op het materiaal waarvan de vloer is gemaakt. [N 29, 4a; monogr.]
II-1
|
18589 |
overall |
overall (eng.):
euveral (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
euverall (Q095p Maastricht),
overal (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht)
|
overall, werkpak uit één stuk [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34168 |
overdragen |
over tijd gaan:
over tijd gaan (Q095p Maastricht)
|
Het overschrijden van de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 44]
I-11
|
22816 |
overdrukplaatje |
plakprentje:
plakprinsje (Q095p Maastricht)
|
Plakprentje: a) veelkleurig plaatje dat op papier wordt geplakt.
III-3-2
|
19465 |
overgordijn |
gardijn:
hoes veur hoes tösse de gesjeigelde gardijne hing e gipse blómmekörrefke Veur de gardijne brande zes keerse van ¯n sent Dee zit achter de gardijne: hij is de geheime aanstoker
gardijn (Q095p Maastricht),
rideau:
rido (Q095p Maastricht),
rideau-tje:
Kiek ins achter de rido ¯t rido veel en de veurstelling waos aofgeloupe: toneelgordijn Ze höbbe hijj neve nuij ridoos opgehaange: venstergordijnen
ridoke (Q095p Maastricht)
|
gordijn || rideau || voorhanggordijn
III-2-1
|
20235 |
overgrootmoeder |
overgrootmoeder:
euvergroetmojer (Q095p Maastricht)
|
bestemoe; overgrootmoeder
III-2-2
|
20212 |
overgrootvader |
overgrootvader:
euvergroetvajer (Q095p Maastricht)
|
bestevaar; overgrootvader
III-2-2
|
28997 |
overhandsen, omslingeren |
overhands naaien:
ø̄vǝrshans nɛjǝ (Q095p Maastricht)
|
Overhandsen is bij elke steek de draad over de zoom toehalen, terwijl omslingeren het rafelen moet voorkomen. Voor overhandsen en omslingeren wordt wel dezelfde steek gebruikt, maar er zijn toch verschillen. Bij overhandsen is er sprake van twee lagen of twee stukken stof, bij omslingeren is er slechts sprake van één stuk stof; bij overhandsen is er sprake van het aan elkaar bevestigen van twee delen, bij omslingeren van beveiligen van de stofrand tegen uitrafelen. Beide begrippen zijn in dit lemma ondergebracht. [N 59, 66; N 59, 65; N 59, 67; N 62, 15a; N 62, 15b; N 62, 15c; Gi 1.IV, 30]
II-7
|
18695 |
overhemd |
overhemd:
euverheume (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
euverhumme (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht)
|
overhemd || overhemd [ingels hemd, sporthemd, frontj] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18534 |
overhemd met boord |
overhemd:
euverhumme (Q095p Maastricht)
|
het overhemd met boord [N 59 (1973)]
III-1-3
|