21202 |
paspoort |
pas:
pas (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
pàs (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!
pààs (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
paspoort (<fr.):
[!]
paspoort (Q095p Maastricht)
|
het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
28897 |
paspop |
buste:
bȳs (Q095p Maastricht),
pasbuste:
pasbȳs (Q095p Maastricht)
|
Pop waarop men gemaakte kleren past. Er zijn verschillende soorten paspoppen, bijv. harnassen van metalen ringetjes die van voren of van achteren kunnen worden gesloten of pasvormen van geprepareerd papier of karton (Morand, pag. 35). Er bestaan echter ook standaard-paspoppen, zowel voor mannen, vrouwen als kinderen. [N 59, 33]
II-7
|
28844 |
passement |
bies:
bis (Q095p Maastricht),
galon:
galun (Q095p Maastricht),
tres:
trɛs (Q095p Maastricht)
|
Sierlint. Boordsel, band of snoer gebruikt tot versiering of omzoming van kledingstukken, meubelzittingen enz. Wat het woordtype galon betreft merken de informanten uit L 265 en L 298a op dat dit sierbandjes zijn met ingeweven figuurtjes of gouddraad erop. [N 62, 58c; N 62, 58b; N 62, 58d; MW]
II-7
|
18183 |
passen |
chic:
sjiek (Q095p Maastricht),
goed passen:
good passə (Q095p Maastricht),
goed staan:
good stoon (Q095p Maastricht),
steit goot (Q095p Maastricht),
passen:
passe (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
passen (Q095p Maastricht),
passə (Q095p Maastricht),
pasǝ (Q095p Maastricht),
pàssə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
[oorspr. invoer parere, allicht misinterpretatie van invoerd(st)er, rk]
passe (Q095p Maastricht),
precies:
perseis (Q095p Maastricht),
schoon passen:
sjoen pàssə (Q095p Maastricht)
|
Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.] || nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)]
II-7, III-1-3
|
20058 |
passiebloem (passiflora coerulea) |
passiebloem:
passieblóm (Q095p Maastricht)
|
passiebloem
III-2-1
|
23784 |
passiezondag |
passiezondag:
passie zoondaag (Q095p Maastricht),
passiezoondag (Q095p Maastricht),
pàssie zoondàg (Q095p Maastricht),
voorlaatste zondag voor pasen:
de veurlèste zoondag veur Paose (Q095p Maastricht)
|
De vijfde zondag van de vasten, de voorlaatste zondag vóór Pasen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
28898 |
passpiegel |
passpiegel:
passpigǝl (Q095p Maastricht)
|
Grote spiegel waarin men zich helemaal kan zien, ten voeten uit. [N 59, 34]
II-7
|
20873 |
pastei |
pastei:
Num dich nog e pasteijke
pasteij (Q095p Maastricht)
|
gebakje met vlees of visragoût
III-2-3
|
20749 |
pasteitje |
vid:
Gewoonlijk in de Verklw. videeke
videe (Q095p Maastricht),
Zien de videekes al bestèld? Biij d¯n dinee hadde ver iers e paar videekes
videe (Q095p Maastricht)
|
de niet gevulde vorm van deeg (pasteitje) || pasteitje
III-2-3
|
33561 |
pastinaak |
pastenaken:
pastenaak (Q095p Maastricht),
Endepols
pastenaak (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
pastenake = witte peen
pastenaak (Q095p Maastricht),
witte wortelen:
weͅtə woͅ.rtələ (Q095p Maastricht)
|
De pastinaak, de vlezige wortel van de plant met dezelfde naam, die een aromatische smaak heeft (pastenaak, pannenakkerstrung). [N 82 (1981)] || pastenaak || pastinaak [ZND 05 (1924)]
I-7
|