e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rechterachterkwartier achterste vierdel rechts: ɛxtǝrstǝ vidǝl rɛxts (Maastricht) Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d] I-11
rechterkant van het paard rechterflank: ręxtǝrflāŋk (Maastricht) Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10] I-9
rechtervoorkwartier voorste vierdel rechts: vø̄rstǝ vidǝl rɛxts (Maastricht) Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c] I-11
rechtop fiks: fiks (Maastricht, ... ), rechtop: rechop (Maastricht), reg-op (Maastricht), rèchop (Maastricht), règop (Maastricht), staan: stoon (Maastricht) rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)] III-4-4
rechtopstaande wissen stiksels: steksǝls (Maastricht) De wissen die het geraamte van het opstaande gedeelte van de mand vormen. [N 40, 50; monogr.] II-12
rechtspreken rechten: rechten (Maastricht), rechtspreken: rech spreke (Maastricht, ... ), rechspreekə (Maastricht), rechsprēēkə (Maastricht), uitspraak (zn.): oetspraok (Maastricht, ... ) rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)] III-3-1
rechtstaande oren fikoren: fik oere (Maastricht), flaporen: flapoere (Maastricht), flapoeren (Maastricht) oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)] III-1-1
rechtvaardig ieder het zijnd geven: eedər ət zijnd geevə (Maastricht), rechtschapen: rechsjaope (Maastricht), rechtvaardig: rechveerdig (Maastricht), rechvierdig (Maastricht, ... ), regvierdig (Maastricht, ... ), reͅchfērdech (Maastricht), rèchvierdəch (Maastricht), ps. boven de è staat nog een lengteteken; deze combinatieletter kan ik niet maken/omspellen!  rèchvierdich (Maastricht) handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)] || rechtvaardig || Rechtvaardig. [ZND 06 (1924)] III-1-4
rector rector (lat.): rector (Maastricht, ... ) Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)] III-3-3
redeneren redeneren: riddenere (Maastricht) redeneren III-1-4