33747 |
ros |
ros:
rǫs (Q095p Maastricht)
|
Thans is het woord ros niet meer gangbaar; het is nog wel vermeld in de enquête van Willems. In enkele dialectwoordenboeken toegelicht als "niet meer gebruikelijk". Het woord leeft nog voort in roskam(men), rosdoek, rosmolen en rossig. [Wi 16]
I-9
|
33923 |
roskammen |
roskemmen:
rǫskęmǝ (Q095p Maastricht)
|
Met borstel en kam - zie het volgende lemma - reinigen. [N 8, 102]
I-9
|
26668 |
rosmolen |
mange (fr.):
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst is letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!
maneeszje (Q095p Maastricht),
manège (fr.):
mǝnēžǝ (Q095p Maastricht)
|
De oudste machine die voor het dorsen werd gebruikt. Een paard leverde hier de drijfkracht. Algemeen wordt onder manège een constructie verstaan bestaande uit een vertikale as die door een horizontale boom, waar een paard is voorgespannen, in beweging wordt gebracht. Door middel van een kardan-koppeling wordt die draaiende beweging doorgegeven aan een horizontale as die door de wand van de schuur naar een machine werd geleid en deze aandrijfkracht leverde. In dit geval wordt door de rosmolen een trommel aangedreven waarin de halmen gedorst werden. Vergelijk ook het lemma ''rosmolen'' in de aflevering over de molenaarsterminologie, wld II,3, blz. 163.' [N 14, 7; JG 1a, 1b; monogr.] || dorsmachine: draaiend wiel met boom dat door een trekpaard wordt voortgedreven om de dorsmachine te doen werken [N 14 (1962)]
I-4, I-7
|
20955 |
rot |
rot:
rot (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
Endepols
rot (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
WBD/WLD
rot (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
ròt (Q095p Maastricht),
rót (Q095p Maastricht),
WLD
rot (Q095p Maastricht),
ròt (Q095p Maastricht)
|
rot || Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] || wormstekig ve appel [DC 23 (1953)]
III-2-3
|
33534 |
rot, van fruit |
berumpeld:
bəreumpeld (Q095p Maastricht),
WLD
berumpelt (Q095p Maastricht),
foeka:
foka, foeka (Q095p Maastricht),
rot:
rot (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
Endepols
rot (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
WBD/WLD
rot (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
ròt (Q095p Maastricht),
rót (Q095p Maastricht),
WLD
rot (Q095p Maastricht),
ròt (Q095p Maastricht),
uitgedroogd:
Endepols
oetgedruug (Q095p Maastricht),
WLD
oetgedruug (Q095p Maastricht),
verschrompeld:
WBD/WLD
vərsjrômpəld (Q095p Maastricht),
WLD
vərsjrōōmpəlt (Q095p Maastricht)
|
aan de boom gerot || in staat van bederf, rotte staat || Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] || Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)]
I-7
|
33901 |
rotstraal |
rotstraal:
rǫtstrǭl (Q095p Maastricht)
|
Ziekte bestaande in een rotting van de hoornstraal van de hoef, vooral tengevolge van het onhygiënische omstandigheden op stal zoals het langdurig staan in vochtige mest en urine, waardoor de hoeven verweken. Uit de straalgroeve loopt een wit, stinkend vocht. Als de straallederhuid eveneens wordt aangetast, kan kreupelheid optreden. Zie ook het lemma ''straalkanker'' (7.31). Zie afbeelding 15.' [A 48A, 18; N 8, 90l; N 52, 32c; monogr.]
I-9
|
20896 |
rotten |
berimpelen:
bəreumpeld (Q095p Maastricht),
bərumpələ (Q095p Maastricht),
WLD
berumpelt (Q095p Maastricht),
bərumpələ (Q095p Maastricht),
rotten:
Endepols = rotten
rotte (Q095p Maastricht),
WBD/WLD
rottə (Q095p Maastricht),
ròttə (Q095p Maastricht),
WLD
rotte (Q095p Maastricht),
uitdrogen:
Endepols
oetgedruug (Q095p Maastricht),
WLD
oetgedruug (Q095p Maastricht),
verfrommelen:
verfroemele (Q095p Maastricht),
verrimpelen:
Endepols
verrumpele (Q095p Maastricht),
verschrompelen:
versjrumpele (Q095p Maastricht),
Endepols = verrimpelen
verschrompele (Q095p Maastricht),
WBD/WLD
vərsjrômpəld (Q095p Maastricht),
WLD
vərsjrōōmpəlt (Q095p Maastricht)
|
Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33583 |
rotten, van fruit |
berumpelen:
bərumpələ (Q095p Maastricht),
WLD
bərumpələ (Q095p Maastricht),
rotten:
Endepols = rotten
rotte (Q095p Maastricht),
WBD/WLD
rottə (Q095p Maastricht),
ròttə (Q095p Maastricht),
WLD
rotte (Q095p Maastricht),
verfroemelen:
verfroemele (Q095p Maastricht),
verrumpelen:
Endepols
verrumpele (Q095p Maastricht),
verschrompelen:
Endepols = verrimpelen
verschrompele (Q095p Maastricht),
verschrumpelen:
versjrumpele (Q095p Maastricht)
|
Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)]
I-7
|
24066 |
rouw dragen |
rouw dragen:
rouw drage (Q095p Maastricht),
row drage (Q095p Maastricht)
|
Rouw dragen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24067 |
rouw dragen add. |
rouwdag (zn.):
rouwdaog (Q095p Maastricht)
|
Rouw dragen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|