e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ros ros: rǫs (Maastricht) Thans is het woord ros niet meer gangbaar; het is nog wel vermeld in de enquête van Willems. In enkele dialectwoordenboeken toegelicht als "niet meer gebruikelijk". Het woord leeft nog voort in roskam(men), rosdoek, rosmolen en rossig. [Wi 16] I-9
roskammen roskemmen: rǫskęmǝ (Maastricht) Met borstel en kam - zie het volgende lemma - reinigen. [N 8, 102] I-9
rosmolen mange (fr.): Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst is letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!  maneeszje (Maastricht), manège (fr.): mǝnēžǝ (Maastricht) De oudste machine die voor het dorsen werd gebruikt. Een paard leverde hier de drijfkracht. Algemeen wordt onder manège een constructie verstaan bestaande uit een vertikale as die door een horizontale boom, waar een paard is voorgespannen, in beweging wordt gebracht. Door middel van een kardan-koppeling wordt die draaiende beweging doorgegeven aan een horizontale as die door de wand van de schuur naar een machine werd geleid en deze aandrijfkracht leverde. In dit geval wordt door de rosmolen een trommel aangedreven waarin de halmen gedorst werden. Vergelijk ook het lemma ''rosmolen'' in de aflevering over de molenaarsterminologie, wld II,3, blz. 163.' [N 14, 7; JG 1a, 1b; monogr.] || dorsmachine: draaiend wiel met boom dat door een trekpaard wordt voortgedreven om de dorsmachine te doen werken [N 14 (1962)] I-4, I-7
rot rot: rot (Maastricht, ... ), Endepols  rot (Maastricht, ... ), WBD/WLD  rot (Maastricht, ... ), ròt (Maastricht), rót (Maastricht), WLD  rot (Maastricht), ròt (Maastricht) rot || Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] || wormstekig ve appel [DC 23 (1953)] III-2-3
rot, van fruit berumpeld: bəreumpeld (Maastricht), WLD  berumpelt (Maastricht), foeka: foka, foeka (Maastricht), rot: rot (Maastricht, ... ), Endepols  rot (Maastricht, ... ), WBD/WLD  rot (Maastricht, ... ), ròt (Maastricht), rót (Maastricht), WLD  rot (Maastricht), ròt (Maastricht), uitgedroogd: Endepols  oetgedruug (Maastricht), WLD  oetgedruug (Maastricht), verschrompeld: WBD/WLD  vərsjrômpəld (Maastricht), WLD  vərsjrōōmpəlt (Maastricht) aan de boom gerot || in staat van bederf, rotte staat || Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] || Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
rotstraal rotstraal: rǫtstrǭl (Maastricht) Ziekte bestaande in een rotting van de hoornstraal van de hoef, vooral tengevolge van het onhygiënische omstandigheden op stal zoals het langdurig staan in vochtige mest en urine, waardoor de hoeven verweken. Uit de straalgroeve loopt een wit, stinkend vocht. Als de straallederhuid eveneens wordt aangetast, kan kreupelheid optreden. Zie ook het lemma ''straalkanker'' (7.31). Zie afbeelding 15.' [A 48A, 18; N 8, 90l; N 52, 32c; monogr.] I-9
rotten berimpelen: bəreumpeld (Maastricht), bərumpələ (Maastricht), WLD  berumpelt (Maastricht), bərumpələ (Maastricht), rotten: Endepols = rotten  rotte (Maastricht), WBD/WLD  rottə (Maastricht), ròttə (Maastricht), WLD  rotte (Maastricht), uitdrogen: Endepols  oetgedruug (Maastricht), WLD  oetgedruug (Maastricht), verfrommelen: verfroemele (Maastricht), verrimpelen: Endepols  verrumpele (Maastricht), verschrompelen: versjrumpele (Maastricht), Endepols = verrimpelen  verschrompele (Maastricht), WBD/WLD  vərsjrômpəld (Maastricht), WLD  vərsjrōōmpəlt (Maastricht) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] III-2-3
rotten, van fruit berumpelen: bərumpələ (Maastricht), WLD  bərumpələ (Maastricht), rotten: Endepols = rotten  rotte (Maastricht), WBD/WLD  rottə (Maastricht), ròttə (Maastricht), WLD  rotte (Maastricht), verfroemelen: verfroemele (Maastricht), verrumpelen: Endepols  verrumpele (Maastricht), verschrompelen: Endepols = verrimpelen  verschrompele (Maastricht), verschrumpelen: versjrumpele (Maastricht) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
rouw dragen rouw dragen: rouw drage (Maastricht), row drage (Maastricht) Rouw dragen. [N 96D (1989)] III-3-3
rouw dragen add. rouwdag (zn.): rouwdaog (Maastricht) Rouw dragen. [N 96D (1989)] III-3-3