e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spankoord rijntouw: rī.ntǫw (Maastricht) Het koordje waarmee men het schoen kan verstellen. [N O, 19n; Jan 158; Coe 139; Grof 161; N O, 36j add.] II-3
spanlat van de spanzaag spanstek: spanstɛk (Maastricht) Latje waarmee het spantouw aangedraaid wordt om de zaag op te spannen. Om te voorkomen dat het touw ontspant, zet men het latje vast achter de spanregel. Zie ook afb. 18. [N 53, 8b; N I, 1b; monogr.] II-12
spanne spanne: Knikkerspel: als uitroep: spaan! of spaan euver! indien twee knikkers op een spanbreed van elkaar liggen.  spaan (Maastricht) I. Span: afstand (2 dm) tussen pink en duim. III-3-2
spanrol spanner: spanǝr (Maastricht), spanrol: španro.l (Maastricht) Spanner, in de vorm van een wieltje, die men met behulp van een aan een hefboom bevestigd koord vooruit kan zetten. Op deze wijze wordt een riem tussen twee poulies gespannen waardoor de bovenste van de twee poulies gaat draaien en het luikoord of de luiketting opgerold wordt. Zie ook afb. 76. [Jan 234; Coe 211; Grof 238] II-3
spanstokje knebel: knibǝl (Maastricht) Stok of paaltje in de afrasteringsdraad waarmee men die draad spant. [N 14, 65] I-8
spantouw van de spanzaag spantouw: spantǫw (Maastricht) Het touw aan de bovenzijde van het spanzaagraam waarmee de spanzaagarmen en het zaagblad worden opgespannen. Zie ook afb. 18. [N 53, 8a; N I, 1a; monogr.] II-12
spanzaag blokzeeg: blǫk˲zēx (Maastricht), raamzeeg: rǭmzēx (Maastricht), spanzeeg: spanzēx (Maastricht), trekzeeg: tręk˲zēx (Maastricht), zeeg: zēx (Maastricht) Handzaag, bestaande uit een houten raam waarin het zaagblad kan worden opgespannen. Zie ook afb. 18. Er bestaan diverse uitvoeringen van dit werktuig die voor verschillende werkzaamheden worden gebruikt. Zie ook de lemmata ɛschulpzaagɛ, ɛpenzaagɛ en ɛdraaizaag, keerzaagɛ. De spanzaag bestaat uit een horizontale lat, de spanregel, waarbij aan de uiteinden twee verticale, beweegbare latten zijn bevestigd. Het zaagblad wordt aan de onderzijde van deze twee latten met behulp van twee knoppen vastgezet. Om het zaagblad te spannen wordt er rond de bovenzijde van de twee latten een touw gelegd, dat met behulp van een spanstokje wordt strakgedraaid. Als het touw, en dus ook het zaagblad, de vereiste spanning hebben, wordt het spanstokje achter de spanregel vastgezet. In het zaagblad van de kortzeeg (kǫrt˲zē̜x), die in Neeritter (L 321) door de wagenmaker werd gebruikt, ontbrak om de drie tanden één tand. Op deze wijze kon het zaagmeel tijdens het zagen beter uit de zaagsnede verwijderd worden.' [N 47, 13a-b; N 53, 1b; N 53, 6a; N 53, 8; N I, 1; N 18, 128 add.; monogr.] II-12
spar den: den (Maastricht), dennenboom: WBD/WLD  denneboum (Maastricht), dènnəbòum (Maastricht), spar: #NAME?  spar (Maastricht), eigen spellingsysteem  sjpar (Maastricht), Endepols  spar (Maastricht, ... ), WBD/WLD  spar (Maastricht), spār (Maastricht), zilver: zēlləvər (Maastricht), zilverden: Endepols  selverden (Maastricht), WLD  zelləvərdèn (Maastricht) De spar (i.h.b. de fijnspar, zilverspar) (spar, mast). [N 82 (1981)] III-4-3
sparen potten: potte (Maastricht), póttə (Maastricht), sparen: spaore (Maastricht, ... ), spaoren (Maastricht), spaorə (Maastricht, ... ) bewaren, niets opmaken, om zijn bezit te vergroten [sparen, muiken] [N 89 (1982)] III-3-1
spat spat: spat (Maastricht) Er zijn verschillende soorten spat. Een beenwoekering aan de voorknie, soms ter grootte van een vuist, noemt men voorkniespat, een harde verdikking aan de onder- of binnenzijde van het spronggewricht spat. De ziekte is ongeneeslijk en veroorzaakt veelal kreupelheid. Zie ook het lemma ''bolspat'' (7.27). Zie afbeelding 19. [A 48A, 54f; N 8, 90d, 90f, 90g en 90j] I-9