24250 |
staartmees |
staartmees:
startmies (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht)
|
staartmees || staartmees (14 klein bolletje met heel lang staartje; maakt bolnest van veertjes en mos [N 09 (1961)]
III-4-1
|
23690 |
stabat mater |
kruisweggezang:
`t kruusweeg-gezaank Stabat Mater (Q095p Maastricht),
stabat mater (lat.):
staabàt maatər (Q095p Maastricht),
Stabat Mater (Q095p Maastricht),
stabat mater (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht)
|
Het kruisweggezang "Stabat Mater Dolorosa". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21272 |
stad |
stad:
stat (Q095p Maastricht)
|
stad [RND]
III-3-1
|
21749 |
stadsomroeper |
omroeper:
umroopər (Q095p Maastricht),
umroper (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
ömroopər (Q095p Maastricht),
stadsomroeper:
stadsŭmroper (Q095p Maastricht),
stàtsumrōŏpər (Q095p Maastricht),
uitbeller:
Opm. v.d. invuller: afk. van oetbelle = omroepen.
oetbelder (Q095p Maastricht)
|
de persoon die in een stad of dorp gemeentelijke berichtgeving mondeling bekend maakt [stadsomroeper, belleman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23591 |
staf van de suisse |
pikhouweel:
pikhouwiel (Q095p Maastricht),
staf:
de staaf van de suisse (Q095p Maastricht),
sjtaaf (Q095p Maastricht),
staaf (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
stāāf (Q095p Maastricht)
|
De staf of hellebaard van de suisse [sjtaaf?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28377 |
stal |
stal:
sta.l (Q095p Maastricht),
stã.l (Q095p Maastricht),
stā.l (Q095p Maastricht)
|
Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim]
I-6
|
33928 |
stalband |
halsband:
hals˱bānt (Q095p Maastricht),
halsterkettel:
halstǝrkętǝl (Q095p Maastricht)
|
Leren band om de hals van het paard, waaraan de lijn of teugel wordt vastgemaakt om het op stal vast te binden. Vergelijk ook lemma Halster. [JG 1a; N 8, 91; N 13, 18b]
I-10
|
29967 |
stalen steigerverbinding |
klem:
klɛm (Q095p Maastricht)
|
U-vormige stalen beugel met plaat waarmee de verschillende delen van een houten steiger met elkaar worden verbonden. Op de beide uiteinden van beugel is schroefdraad aangebracht. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(steiger)-' het lemma 'Steiger'. [N 32, 2e; monogr.]
II-9
|
24792 |
stalkaars |
stalkaars:
WLD
stālkēērs (Q095p Maastricht)
|
Stalkaars (verbascum thapsiforme 30 tot 180 cm grote plant. De bladeren zijn langwerpig, langs de stengel aflopend, witviltig; de plant heeft grote, uitgespreide bloemen; de bloem heeft 2 lange en kale meeldraden en 3 korte, wollig behaarde meeldraden, [N 92 (1982)]
III-4-3
|
34203 |
stalklauwen |
stalpoten:
(enk)
stālput (Q095p Maastricht)
|
Als de koeien in de winter op stal staan, hebben ze weinig of geen beweging. Daardoor slijten de klauwen minder af. Ze kunnen aangroeien. Hierdoor ontstaan de "stalklauwen" met snavelvormig omgebogen toongedeelten. Deze hebben een zeer ongunstige invloed op de beenstanden en veroorzaken onnodige vermoeidheid. Zie ook het lemma ''stalklauwen'' in wbd I.3, blz. 482. [N 52, 9; A 48A, 13]
I-11
|