e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stinken ruiken: ruuke (Maastricht), B.v. muf ruke.  ruke (Maastricht), stinken: sjtinke (Maastricht), stinke (Maastricht, ... ), stinkə (Maastricht) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stinkende gouwe stinkende gouwe: Spelling: "fonetisch  stinkendə gouwə (Maastricht), WLD  stēēnkəndə gōūwə (Maastricht) Stinkende gouwe (chelidonium majus 30 tot 90 cm grote, behaarde plant. De bladeren zijn diep ingesneden, soms bijna samengesteld, met grof gekartelde blaadjes, de onderkant is blauwgroen; de bloemen groeien in schermen, met 4 gele kroonbladeren en 2 spo [N 92 (1982)] III-4-3
stobbe vot: vǫt (Maastricht) Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.] II-12
stoel stoel: stōl (Maastricht), Verklw. steulke Zèt dich op de stool biij de kachel Dao waore neet steul genóg en de mieste liij móste stoon Zich ¯ne stool (of steulke) in d¯n hiemel verdene: goed werk doen  stool (Maastricht) stoel [ZND 07 (1924)] III-2-1
stoelen op het priesterkoor koorstoelen: de koersteul (Maastricht), koersjteul (Maastricht, ... ), koersteul (Maastricht, ... ), koerstēūl (Maastricht), stoelen van de geestelijken: steul van de geistelike (Maastricht) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stoelpoot poot: poet (Maastricht) poot III-2-1
stoep stoep: stop (Maastricht, ... ), stóp (Maastricht, ... ) een hellend oplopende weg om op een dijk, een brug enz. te kunnen komen (april, opweg, opril, oprit, stoep, aprel) [N 90 (1982)] || stoep [ZND 07 (1924)], [ZND m] || stoep, trottoir; hoe noemt men in uw woonplaats de stoep of het trottoir langs een straat? [DC 47 (1972)] III-3-1
stoep, trottoir stoep: stop (Maastricht, ... ) stoep [ZND 07 (1924)] III-2-1
stof stof: stof (Maastricht), stub: stöb (Maastricht), stöp (Maastricht, ... ), støͅp (Maastricht) Benamingen voor stof in het algemeen. [N 62, 71a; MW] || stof [DC 23 (1953)], [ZND 07 (1924)] II-7, III-2-1
stof afnemen stoffen: stöffe (Maastricht), stubben: sjtubbe (Maastricht), stubbe (Maastricht), stöbbe (Maastricht, ... ), Heet ¯t meidske al in de väörkamer gestöb  stöbbe (Maastricht) stof afnemen || Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)] || stoffen III-2-1