e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

Gevonden: 8094
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bladzijde blad: blaad (Maastricht, ... ), blaat (Maastricht), bláát (Maastricht), twie kante blaajer (Maastricht), bladzijde: bladsijj (Maastricht), bladzei (Maastricht), bladzij (Maastricht, ... ), bladzijde (Maastricht), blàtzijj (Maastricht), bəlàtzei (Maastricht), pagina: pagina (Maastricht) ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)] III-3-1
blaffen blaffen: blaFFə (Maastricht), blafə (Maastricht), bleffe (Maastricht, ... ), bleffen (Maastricht), \'bleffe - blefde - geblef\'  bleffe (Maastricht), Endepols  blaffe (Maastricht, ... ), blagge (Maastricht), ideosyncr.  blaffe (Maastricht), WBD/WLD  blaffə (Maastricht, ... ), blàffə (Maastricht, ... ) blaffen || Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)] III-2-1
blaker blaker: blaker (Maastricht, ... ), blaoker (Maastricht), blāāker (Maastricht), blākərt (Maastricht), Toen góng me nog mèt ¯ne blaker nao bèd  blaker (Maastricht), kandelaber: kandelaber (Maastricht) blaker || het pannetje, van een oor voorzien, waarop de kaars wordt gezet [ZND 36 (1941)] || Lage kandelaar met brede, platte voet en een handvat (blaker, lichtpannetje, flakkertje) [N 79 (1979)] III-2-1
blankvoorn, voorn ruts: ruts (Maastricht), röts (Maastricht), Endepols  röts (Maastricht, ... ), ideosyncr.  ruts (Maastricht), WBD/WLD  ruts (Maastricht), röts (Maastricht), WLD  ruts (Maastricht), rutsje: rötske (Maastricht) Hoe noemt u de voorn: een zoetwatervis met achter de borstvin twee buikvinnen die ter hoogte van de rugvin staan; de anaalvin staat ongeveer halfweg de eerste buikvin en de staartvin. De bek is betrekkelijk klein. Het lichaam is zijdelings samengedrukt en [N 83 (1981)] || voorn [ZND m] III-4-2
blasiuszegen blasiuszegen: Blaasiejeszeege (Maastricht) De Blasiuszegen waarbij de priester twee kaarsen kruiselings vasthoudt. [N 96C (1989)] III-3-3
blaten bleuken: blø̜̄kǝ (Maastricht), gebleuks (zelfst. nmw.): gǝblø̜̄ks (Maastricht), lemmeren: lɛmǝrǝ (Maastricht) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauw oog blauw oog: blow aog (Maastricht) Als iemand een klap op zijn oog heeft gehad, is zijn oog verkleurd. Hoe noemt u zon oog? [DC 52 (1977)] III-1-2
blauwborstje blauwborstje: blauwbeurske (Maastricht, ... ) blauwborst || blauwborst (14 zomervogel met helderblauwe borst met witte stip (alleen de man), leeft verborgen in struiken bij het water; niet zo zeldzaam; zingt vaak vliegend; zang heel afwisselend, aapt allerlei vogels na; zang begint met [uuk...uuk...uuk] [N 09 (1961)] III-4-1
blauwe bosbes bosbes: -  bosbes (Maastricht, ... ), bramel: verzamelfiche, ook mat. van ZND02, 3 en ZND16, 2  broͅməl (Maastricht), malber: -  maelebers (Maastricht, ... ), ook: zwarte bes  malber (Maastricht), moelber: -  moeleber (Maastricht, ... ), molbeer: -  molbere (Maastricht), molber: accent op 1e syllabe  mòlleber (Maastricht, ... ), verzamelfiche, ook mat. van ZND02, 3 en ZND16, 2  mo‧ləbər (Maastricht), mu.lbər (Maastricht) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes || bosbes, alg. [ZND 01 (1922)] III-4-3
blauwe klei blauwe: blǫwǝ (Maastricht) De onderste klei van de kleilaag. De blauwe leem werd in Q 83 gebruikt om de bakoven te dichten. [N 98, 21] II-8