e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verhuizen verhuizen: verhuise (Maastricht), verhuize (Maastricht, ... ), verhuizen (Maastricht), vərhøͅi̯zə (Maastricht), Veer verhuisde in aprèl Driijmaol verhuis, steit geliek mèt ins aofgebrand  verhuize (Maastricht), verhuizing: vərhøͅi̯zeŋ (Maastricht) van woning veranderen || Van woning veranderen (verhuizen, overhuizen, overtrekken) [N 79 (1979)] || verhuizen || verhuizing; verhuizen III-2-1
verjaardag verjaardag: t is mörrəgə zənə vərjâôrdââg (Maastricht, ... ), verjaordaag (Maastricht), verjaordig vieren (Maastricht), verjoardaag vieren (Maastricht), Karte 183.  verjaardag (Maastricht), Veer viere hijj euze meijj, eder kaaf heet zne -.  verjaordaag (Maastricht) Geburtstag. || Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] || Hij was gisteren jarig, maar ik ... zn hele verjaardag vergeten. [DC 45 (1970)] || Verjaardag: geboortedag. || Zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren]. [N 88 (1982)] III-3-2
verkeerd handelen bederven: bederreve (Maastricht) verkeerd handelen, niet op de goede manier maken [verkerven] [N 85 (1981)] III-1-4
verkeerd liggen in een wrong liggen: in een wrong liggen (Maastricht) Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49] I-11
verkeren kennis hebben: kin.nis höbbə (Maastricht), liefste hebben: leeste höbbe (Maastricht), vrijage (zn.): vrijjaasj (Maastricht), vrijen: vrei-jə (Maastricht), vreije (Maastricht), vrije (Maastricht), vrijje (Maastricht, ... ), vrijjen (Maastricht), vrijjə (Maastricht), vrijə (Maastricht), vrijə mèt (Maastricht), vrèjə (Maastricht), vréjə (Maastricht), karessere = vero ? (oude benaming) en in onbruik.  vrijje (Maastricht) verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)] || vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)] III-3-1
verkering omgang: umgaank (Maastricht), sjans: sjans (Maastricht), verkering: verkiering (Maastricht, ... ), vərkiering (Maastricht, ... ), vərkīēring (Maastricht), vrijage: vrij-jaasj (Maastricht), vrij-jazje (Maastricht), vrijjaasj (Maastricht) verkering, vrijage || verkering, vrijerij || verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)] III-2-2
verkering hebben caresseren: thans nogal als "boers"gevoeld woord voor -  karessere (Maastricht), frequenteren: frikkentere (Maastricht), kennis hebben: kin.nis höbbə (Maastricht), liefste hebben: leeste höbbe (Maastricht), sjans hebben: sjans höbbe (Maastricht), sjans höbbə (Maastricht), sjàns höbbə (Maastricht), vrijage hebben: vrijjaasj höbbe (Maastricht), vrijen: vrei-jə (Maastricht), vreije (Maastricht, ... ), vreͅi̯ə (Maastricht, ... ), vrij-je (Maastricht), vrije (Maastricht, ... ), vrijje (Maastricht, ... ), vrijjen (Maastricht, ... ), vrijjə (Maastricht), vrijə (Maastricht), vrèjə (Maastricht), vréjə (Maastricht), karessere = vero ? (oude benaming) en in onbruik.  vrijje (Maastricht), vrijen met -: vrijə mèt (Maastricht) verkering hebben || verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)] || verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)] || vrijen [DC 38 (1964)] || vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)] III-2-2
verkillen killen: kèlle (Maastricht), kittelen: mən vøj kitələ mich vān də kaw (Maastricht), krimpen: eͅnrj:n kre:mpə (Maastricht), tintelen: də vingərs tintələ (Maastricht), verkillen: verkille (Maastricht) kleumen (inkrimpen v. de kou) [ZND 01 (1922)] || mijn voeten killen (kittelen van de kou) [ZND 01u (1924)] || Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)] III-1-2
verkleumd bevroren: bevrere (Maastricht), grieperig: grieperig (Maastricht), stijf: stief (Maastricht), stief van de kaw (Maastricht), stīēf (Maastricht), verkild: verkēlt (Maastricht), Sterker.  verkèld (Maastricht), verstijfd: versteifd vaan te kaw (Maastricht) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] || Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)] || verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verknippen, versnijden verfotsen: vǝrfotšǝ (Maastricht) Door verkeerd knippen het te maken kledingstuk bederven. [N 62, 24; MW] II-7