e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlijns, geelbruine aarde leem: leim (Maastricht, ... ), leemgrond: liemgrond (Maastricht) geelbruine aarde tussen bruine grond en leem in [vlijns, vlijst] [N 81 (1980)] III-4-4
vlinder kapel: kapel (Maastricht, ... ), kepèl (Maastricht), kəpel (Maastricht), kəpeͅl (Maastricht), kəpɛl (Maastricht), koekapel: kokepel (Maastricht), kokepèl (Maastricht, ... ), pepel: piepel (Maastricht), vlinder: vlinder (Maastricht) vlinder [GV Gr (1935)], [ZND 08 (1925)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlinderdasje nondejuke: nondedjuuke (Maastricht, ... ), nondejuuke (Maastricht), noondedjuuke (Maastricht), strikje: strikske (Maastricht, ... ) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) mensenvlo: idiosyncr.  unne minsevloej (Maastricht), vlo: ein vloeij (Maastricht, ... ), vloei (Maastricht, ... ), vloej (Maastricht, ... ), idiosyncr.  vloej (Maastricht, ... ), vlooj (Maastricht), idiosyncr. enk  vloej (Maastricht) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo [ZND m] || vlo (pulex irritans), enk. [DC 54 (1979)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vleu: idiosyncr.  vlèuu (Maastricht), vloe: vlu (Maastricht, ... ), vlu (mv.) (Maastricht), vlu: twie vlu (Maastricht), vluu (Maastricht), idiosyncr.  vluu (Maastricht), idiosyncr. m.v.  vlu (Maastricht), vluuien: idiosyncr. m.v.  vluje (Maastricht) vlo || vlo (pulex irritans), mv. [DC 54 (1979)] || vlo (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2
vloed, hoogtij de maas is uit: də maos is oet (Maastricht), hoge waterstand: hoege waterstand (Maastricht), hoogwater: hoech watər (Maastricht), hoeg waatər (Maastricht), hoeg water (Maastricht), hoeg wāātər (Maastricht), hoegwater (Maastricht, ... ), hoegwāter (Maastricht), hŏĕch wáátər (Maastricht), hŏĕg wáátər (Maastricht), vloed: vlŏĕt (Maastricht), wassen: wassə-opkaome (Maastricht), wassend water: wassend water (Maastricht) vloed, wassen van het water van de zee en de toestand van hoog water [bovenwater, hoog tij] [N 81 (1980)] III-4-4
vloeibaar varkensvoer slodderij: slodǝrǭi̯ (Maastricht) [N 76, 38; N 76, 39; monogr.] I-12
vloeistof voor het bereiden van beschuitdeeg eierstreuf: ęjǝrstrø̜f (Maastricht), melk: męlǝk (Maastricht) Het beschuitmeel wordt vermengd met een vloeistof, bestaande uit water en/of melk, waaraan soms eieren worden toegevoegd. Indien voorradig wordt ook biestmelk gebruikt. [N 29, 57b] II-1
vloeiweide watering: watering (Maastricht) Weiland, laag gelegen en zodanig aangelegd dat van tijd tot tijd kunstmatige bevloeiing kan plaatsvinden. [N 14, 58] I-8
vloek vloek: vlook (Maastricht, ... ), vlook verwinse (Maastricht), vəlook (Maastricht), ənə vlook (Maastricht), ⁄nne vlook (Maastricht) een uitdrukking die een verwensing, vooral een godslastering behelst [vloek, kneerp] [N 85 (1981)] || een vloek [hiemmeltsakker] [N 96D (1990)] || Een vloek [hiemmeltsakker]. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3