e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maastricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
worst worst: weurs (Maastricht), woors (Maastricht), wōͅrs (Maastricht), ¯n Dikke woors Weurs make Dee vraogde miech e sjijfke woors E paar weurskes mèt zwar(t)broed Höbs diech al ins weurskes zónder vel gezeen  weurs (Maastricht) darm met gehakt vlees enz, gevuld || worst [ZND 04 (1924)] III-2-3
worst maken worst(en) maken: wø̄rs mākǝ (Maastricht) De kleinere stukken vlees en vet worden met een vleesmolen, een bijltje of een mes tot kleine stukjes gemaakt, Het vlees wordt eventueel gekruid en dan in de schoongemaakte darm geduwd. Vergelijk ook het lemma ''darmen met worstvlees vullen''. [N 28, 120; monogr.] II-1
worstelen worstelen: woorstele (Maastricht), worstelen (Maastricht, ... ), woͅrstələ (Maastricht) De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)] || Worstelen: (op een bepaalde wijze) met elkaar strijden. III-3-2
worstvlees en -vet kleinmaken snijden: (het vlees wordt) gǝsnōjǝ (Maastricht) Men kapt of snijdt het vlees met een mes in kleine stukjes of verwerkt het met de vleesmolen. [N 28, 113; monogr.] II-1
wort wort: wort (Maastricht, ... ) De hoofdwort of nawort die in de hopketel met hop enlof bierkruiden gekookt is. Volgens de invuller uit P 180 is deze vloeistof reeds bier dat nog moet gisten. Ook het woordtype "bier" (L 290, L 387, Q 99) duidt hierop. [N 35, 50; monogr.] II-2
wort koelen koelen: koelen (Maastricht), kø̄lǝ (Maastricht) De wort koud laten worden. In L 325 maakt men onderscheid tussen de "voorkoeling" en de "nakoeling". Het voorkoelen vindt plaats in de koelbak, het nakoelen in koelapparatuur. [N 35, 44; monogr.] II-2
wortafkoeler koelmachine: kø̄lmašin (Maastricht), réfrigérant: réfrigérant (Maastricht) De installaties waarmee men de wort nog verder afkoelt, voordat deze naar de gistkuip wordt gebracht. [N 35, 31; N 35, 52] II-2
wortel wortel: wǫrtǝl (Maastricht) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) stronkel: schjtrunkel (Maastricht), wortel: wortel (Maastricht, ... ), wortélé (Maastricht), wortəls (Maastricht), eigen spellingsysteem  wortel (Maastricht), Endepols  wortel (Maastricht, ... ), WBD/WLD  wortelə (Maastricht), wortələ (Maastricht), wòrtəl (Maastricht, ... ), WLD  wortel (Maastricht), wortəls (Maastricht), wò,rtəl (Maastricht) Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] || ongeleed ondergronds plantendeel III-4-3
wortelenvlaai wortelenvlaai: wortlevlaoje (Maastricht) wortelvla¯s III-2-3