23765 |
zon- en feestdagen |
zon- en feestdagen:
zon en feesdaog (Q095p Maastricht),
zón- en feesdaog (Q095p Maastricht),
zondag:
zoondag (Q095p Maastricht)
|
Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23933 |
zondag |
dag des heren:
daag des hiere (Q095p Maastricht),
zondag:
zoondaag (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
zoondag (Q095p Maastricht)
|
De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23934 |
zondag houden |
zondag heiligen:
zoondag heilige (Q095p Maastricht),
zondag houden:
zoondaag hawwe (Q095p Maastricht),
zoondag hawwe (Q095p Maastricht)
|
De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23810 |
zondag voor pinksteren |
zondag voor pinksteren:
de Zoondag veur Pinkstere (Q095p Maastricht)
|
De zondag vóór Pinksteren (Rozenzondag). [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23534 |
zondagmissaal |
`s zondagsmissaal:
soondəgsmissaal (Q095p Maastricht),
sóndagsmissaol (Q095p Maastricht),
kerkboek:
kèrrekbook (Q095p Maastricht),
zondagsmissaal:
zondagsmissaal (Q095p Maastricht),
zoondags-missaal (Q095p Maastricht)
|
Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23935 |
zondagschender |
zondagsschender:
zoondagsjender (Q095p Maastricht),
zoondagssjenner (Q095p Maastricht)
|
Iemand die zich niet houdt aan de zondagsrust (zondagschender). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18670 |
zondagse kleren |
`s zondagse kleren:
sondagse kleijer (Q095p Maastricht),
sondagse kléjer (Q095p Maastricht),
sondese klèjer (Q095p Maastricht),
soondagse kleier (Q095p Maastricht),
`s zondagskleren:
sondagskleier (Q095p Maastricht),
goede kleren:
gooi kleijer (Q095p Maastricht),
zondagse kleding:
zondagse kleijing (Q095p Maastricht),
zondagse kleren:
zondagse kléjer (Q095p Maastricht)
|
De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] || zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18328 |
zondagse schort |
goede scholk:
gooisjollek (Q095p Maastricht)
|
schort, blauw-wit linnen zondagse schort [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33884 |
zondagsziekte |
zondagskrankte:
zǫndaxskręŋkdǝ (Q095p Maastricht)
|
Een ernstige stofwisselingsstoornis in de spieren van de achterhand van het paard, meestal na een zware werkperiode. De aanleiding tot de ziekte -ook maandagziekte genoemd - is overmatige en dikwijls eenzijdige voeding gedurende een periode van stalrust tijdens het weekeinde, bestaande uit suiker- en zetmeelhoudende stoffen. Gaat het dier weer aan het werk, dan verbrandt de suiker en het melkzuur dat hierbij vrij komt beschadigt de spieren. Na het inspannen vertoont het paard loomheid, een korte stap en laat het hoofd hangen. Specifiek is tevens een onzekere en wijde gang van de achterhand, gepaard met overdadig zweten. Laat men het paard niet meteen rusten, dan zakt het door in het achterstel en laat zich vallen. [A 48A, 1; N 8, 90r; monogr.]
I-9
|
23339 |
zonde |
zonde:
zun (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
meervoud = zun
zonde (Q095p Maastricht)
|
Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|