e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Makset

Overzicht

Gevonden: 136

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlaaischotel vlaaienschotel: flaajesjuttel (Makset) schaal, plat, om een vlaai op te dienen [flaaischottel] [N 07 (1961)] III-2-1
vlaamse gaai markolf: mèrrəkoef (Makset) Hoe heet de Vlaamsche gaai? [DC 06 (1938)] III-4-1
vroedvrouw wijsvrouw: wiesvrouw (Makset) hoe heet de baker of vroedvrouw? [DC 05 (1937)] III-2-2
vrouw, vrouwspersoon vrouw: vrouw (Makset) vrouw; (bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote?) [DC 05 (1937)] III-2-2
waterput put: pøͅt (Makset) [N 12 (1961)] I-7
weduwe wedvrouw: wèdvrouw (Makset) weduwe [DC 05 (1937)] III-2-2
weduwnaar wedman: wèdman (Makset) weduwnaar [DC 05 (1937)] III-2-2
wezel wezel: wēzəl (Makset) wezel [DC 07 (1939)] III-4-2
wielewaal wielewaal: wiēlewāl (Makset) Hoe heet de wielewaal? [DC 06 (1938)] III-4-1
winterkoninkje boomlopertje: baaumluiperkə (Makset), winterkoninkje: wintərköningskə (Makset) Hoe heet de winterkoning? [DC 06 (1938)] III-4-1