e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onstuimige lucht zware lucht: zworə lox (Mal) onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)] III-4-4
ontbijtkoek, peperkoek peperkoek: pɛpərk[u}k (Mal), pɛpərkoek (Mal) peperkoek [N 29 (1967)] III-2-3
ontsmettingsmiddel vitriool: vitriul (Mal) Het middel, de vloeistof die gebruikt wordt bij het ontsmetten van zaaigraan. Zie ook de toelichting bij het vorige lemma. [N M, 24b] I-4
onvruchtbare grond slechte grond: slɛ̄xtǝ gront (Mal) Grond van slechte kwaliteit. De oorzaak kan verschillend zijn. Het gevolg is echter een slecht landbouwproduct. [N 27, 31; N 27, 29; N 11, 2d; N 11, 2f; A 10, 4; N 6, 33a; Vld.; monogr.] I-8
onvruchtbare koe kween: kwēnt (Mal), muntige: mø̄ntegǝ (Mal) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11
onweersbui schoer: šūr (Mal) onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)] III-4-4
onweerx onweer: onwɛ̄r (Mal) onweer [N 22 (1963)] III-4-4
onwel niet fel goed: ni fel goet (Mal), ziek: zuk (Mal) hij is niet al te wel; hij is onpasselijk (de echte dialectwoorden hiervoor) [ZND 32 (1939)] III-1-2
oog oog: o.gə (Mal) ogen [RND] III-1-1
ooglid oogdeksel: oogdeksel (Mal) een ooglid, de oogleden (deksel van het oog) [ZND 34 (1940)] III-1-1