34155 |
verdrogen |
verdrogen:
vǝrdrøgǝ (Q180p Mal)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
17924 |
verfrommelen |
verfrommelen:
verfrommelen (Q180p Mal)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
34171 |
verkeerd liggen |
slecht liggen:
slecht liggen (Q180p Mal)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
18074 |
verkouden |
verkoud:
ich been verkat (Q180p Mal)
|
ik ben verkouden [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
kou:
de zus ene ka pakke (Q180p Mal),
ich heb ne kaa oppe bos (Q180p Mal),
ich heb ne kaa oppet hat (Q180p Mal),
ig həb ne kaa op pe bos (Q180p Mal)
|
ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)]
III-1-2
|
22709 |
verschillende knikkerspelen |
kot schieten:
kut schītə (Q180p Mal)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|
34233 |
verse koe |
verse koe:
vi̯ø̜sǝ ku (Q180p Mal)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
33394 |
verstelbaar luik boven de varkenstrog |
gril:
gril (Q180p Mal)
|
Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e]
I-6
|
34235 |
verstopte speen |
slechte deem:
slɛxtǝ døm (Q180p Mal)
|
Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a]
I-11
|
32577 |
verteerde mest |
kort mest:
kǫt [mest] (Q180p Mal)
|
De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.]
I-1
|