25135 |
wervelwind |
storm:
stərm (Q180p Mal)
|
wervelwind [hauwmauw, remouw, hauw, ow, mouwmeuke, windroes] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
33300 |
wieden, algemeen |
geden:
gęi̯ǝ (Q180p Mal),
uittrekken:
au̯ttrękǝ (Q180p Mal)
|
Onkruid bestrijden in het algemeen, ongeacht de manier waarop of het gereedschap waarmee dat gebeurt. Vergelijk ook de meer specifieke handelingen in de andere lemmaɛs van deze paragraaf. De benamingen voor het object onkruid, dat in de woordtypen tussen haken is geplaatst, vindt men in het lemma Onkruid, Algemeen. [N 15, 2; N Q, 11b; JG 1a, 1b, 2c; A 47, 11b; L B2, 272; L 8, 92; S 43, Wi 39; monogr.; add. uit N 18, 8b; A 39, 1b]
I-5
|
33056 |
wiekenstel van de pikbinder |
alpen:
halpǝ (Q180p Mal)
|
Constructie van latten die de halmen over het mes van de pikbinder neerbuigt. [N J, 4b; monogr.]
I-4
|
34574 |
wiel |
rad:
rǭǝt (Q180p Mal),
meervoud
rø̜̄r (Q180p Mal)
|
Algemene benaming voor het wiel van een kar of een wagen. De karren en wagens hebben aanvankelijk houten wielen met daarrond een ijzeren band, om slijtage tegen te gaan. Na de tweede wereldoorlog werden deze houten wielen geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. Afhankelijk van de omtrek heeft een wiel tien tot veertien spaken. [N 17, 57a-b + add; N 18, 99 + add; N G, 4; JG 1a + 1b; Gi 1,1; L 20, 21; L 38, 41; A 2, 60; A 4, 21; A 43, 1a-b; Wi 5; S 29; monogr.]
I-13
|
18555 |
wijde regenmantel zonder mouwen |
caban (fr.):
o"dof
kabo (Q180p Mal)
|
regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34146 |
wild |
driftig:
dreftex (Q180p Mal)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de stier. [N 3A, 17]
I-11
|
34026 |
wilde koe |
wilde koe:
wel [koe] (Q180p Mal)
|
Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.]
I-11
|
24557 |
wilg (alg.) |
wijde:
∂n wa:i (Q180p Mal),
wisboom:
∂n∂ wis∂bo:m (Q180p Mal)
|
wilg [ZND 14 (1926)]
III-4-3
|
24510 |
wilgenkatje |
poesje:
poeskes (Q180p Mal)
|
katjes v. sommige bomen [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|