e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Margraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trommelzucht opgelopen (volt. deelw.): opgǝlōpǝ (Margraten) Een sterke gasophoping in de pens bij koeien vooral veroorzaakt dor het eten van nat of bedauwd gras en klaver. Deze trommelzucht belet, door druk op de longen, de ademhaling en leidt tot hevige benauwdheid die de dieren kan doen stikken (Berns 1983, blz. 129). Zie ook het lemma ''trommelzucht'', ''meteorisme'' in wbd I.3, blz. 468-471. [N 3A, 90; L 23, 1c; A 48A, 6; N C add.; monogr.] I-11
trompet treut: In: Veldeke, jg. 36 (1961), nr. 198, p. 50 - voetnoot 21.  träöte (Margraten) Trompetten [mv.]. III-3-2
trouwpak bruidskostuum: broedscostuum (Margraten) trouwkostuum [t trouwdinge, trouwpak] [N 23 (1964)] III-1-3
trui tricot (fr.): trico (Margraten), tricot (Margraten), trui: trui (Margraten) trui [maljo, sjtump, tricot] [N 23 (1964)] || Zou die trui goed blijven in de was? [DC 40 (1965)] III-1-3
tuingeranium geranium: šranium (Margraten) geranium III-2-1
tuinman, boomkweker boomkweker: JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.  bomkwekər (Margraten) [RND 08] I-7
tuinmuur gekleende muur: gǝklē̜ndǝ mūr (Margraten) Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d] II-9
tuinwant tuinhaas: tuujnheisje (Margraten) wanten, dikke, vaak leren ~, om in doornheggen te werken [tuunen, tuinheisje, döörheusje] [N 23 (1964)] III-1-3
tulband turkse muts: turkse muts (Margraten) Tulband (redong, bont, bontekoek, turkse muts, sultan?) [N 16 (1962)] III-2-3
tweede klaversnede tweede schaar: twīdǝ šǭr (Margraten) Zoals het nagras meestal van betere kwaliteit is dan de eerste snede, zo is ook de tweede snede klaver een gezochte soort groenvoer. Vergelijk aflevering I.3, paragraaf 6: Nagras. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [JG 1c, 2c; monogr.] I-5