20626 |
zuurdeeg |
zuurdesem:
zūrdēsǝm (Q192p Margraten),
zūǝrdēsǝm (Q192p Margraten)
|
Door gisting verzuurd deeg, gebruikt als rijsmiddel om nieuw brood te maken. Het is overschot van het deeg dat de vorige keer is gebakken. Met zuurdeeg wordt roggebrood gebakken, terwijl voor witbrood brouwersgist wordt gebruikt. Het zuurdeeg wordt in een bepaalde vorm, meestal broodvorm, gekneed en aan de bovenkant van een gaatje voorzien waarin een handvol zout wordt gedaan. Ook maakt men met de vinger wel eens een kruisje waarop men dan zout strooit. Tot de volgende bakdag wordt het zuurdeeg in de baktrog of in een doek of pot of in de kelder bewaard. Voor het gebruik wordt de droge korst van het zuurdeeg afgesneden en de rest in warm water gebrokkeld en geweekt (Weyns blz. 45). [N 29, 23a; N 16, 75; N 29, 23b; L 1a-m; L 2, 21b; LB 2, 236; OB 2, 4; OB 2, 6; JG 1b add.; S 6; S 6 add.; monogr.]
II-1
|
20541 |
zuurdesem |
zuurdesem:
zoeerdeesem (Q192p Margraten)
|
Zuurdeeg, gebruikt i.p.v. gist (heevel?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20679 |
zuurkool |
zuurmoes:
zoermoos (Q192p Margraten)
|
Zuurkool (zoerkolle, suuremoes?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20680 |
zuurkoolstamppot |
zuurmoes:
zoermoos (Q192p Margraten)
|
Stamppot van aardappelen en zuurkool [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20355 |
zwager |
zwager:
zwóógər (Q192p Margraten)
|
zwager (schoonbroeder Bestaan er verschillende woorden voor den broeder van den man of de vrouw, en den man van de zuster? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
17557 |
zwak en mager persoon |
zwakke, een -:
ene zjwake (Q192p Margraten)
|
zwak, tenger iemand [N 37 (1971)]
III-1-1
|
17745 |
zwak, slap |
zwak:
schwaak (Q192p Margraten),
zwá:k (Q192p Margraten)
|
zwak [DC 02 (1932)]
III-1-1
|
18537 |
zwart pak |
zwart pak:
zjwart pak (Q192p Margraten)
|
pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24345 |
zwarte bladluis |
bladluis:
blaadloes (Q192p Margraten),
bonenluis:
boe.neloes (Q192p Margraten)
|
bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
24286 |
zwarte kraai, kraai |
kraai:
krao (Q192p Margraten)
|
Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|