e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Margraten

Overzicht

Gevonden: 1565
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
persdoek persdoek: pǫrsduk (Margraten) Het doek dat tussen de verschillende lagen vruchtenpulp in de perskuip wordt gelegd. [N 57, 14c] II-2
peul leut: löte (Margraten) de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)] III-2-3
peul, dop (znw) leut: löte (Margraten), peul: peul (Margraten) [N Q (1966)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulen, doppen (ww.) leuten: lötə (Margraten) [N Q (1966)] I-7
peulvruchten afhalen ranken: renge (Margraten) erwten of bonen afhalen, van draden ontdoen [N Q (1966)] III-2-3
peulvruchten doppen bonen leuten: boewne löte (Margraten), erwten leuten: erte löte (Margraten) erwten of bonen doppen, ontpeulen [N Q (1966)] III-2-3
pijn pijn: pieng (Margraten), piŋ (Margraten) mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)] || pijn [RND] III-1-2
pikbinder zelfbinder: zɛlǝf˱bendǝr (Margraten) Machine die niet alleen maait, maar het koren ook tot schoven samenbindt. Zie afbeelding 6. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [machine] zie het lemma ''maaimachine'' (3.2.18) in aflevering I.3. Kaart 36 is een woordkaart gebaseerd op het materiaal uit dit lemma; kaart 37 is een betekeniskaart, gebaseerd op het materiaal uit dit lemma èn het lemma ''graanmaaimachine'' (4.5.2) en toont waar men met de termen zicht- en pikmachine ofwel de enkelvoudige maaimachine ofwel de combinatiemachine, pikbinder, aanduidt.' [N J, 4a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
pimpelmees meesje: mijskəs (Margraten) Hoe heet de pimpelmees? [DC 06 (1938)] III-4-1
pink pink: peŋk (Margraten) Eénjarig kalf, onverschillig van welk geslacht, dat nog alle melktanden heeft. [N C, 9b en 8; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20] I-11