e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Martenslinde

Overzicht

Gevonden: 1904
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liederen (mv.) liedjes: litšes (Martenslinde, ... ) Lied (enk. en mv.). [ZND 01 (1922)] || Liederen. [ZND 01 (1922)] III-3-2
liefde liefde: līvdə (Martenslinde) Liefde. [ZND 01 (1922)] III-3-1
liefkozen aaien: ii̯ə (Martenslinde), trittelen?: tritələ (Martenslinde) liefkozen [ZND 01 (1922)] III-1-4
liegen liegen: li:gə (Martenslinde), liege (Martenslinde) liegen [ZND 25 (1937)] III-3-1
lies vliem: vlīm (Martenslinde) De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10] I-9
lieveheersbeestje onzelievevrouwpulletje: ook in ZND 16, 006  oslivbrōpelke (Martenslinde) lieveheersbeestje [ZND 05 (1924)] III-4-2
liggen liggen: legə (Martenslinde, ... ), ligge (Martenslinde) liggen [ZND 01 (1922)], [ZND 25 (1937)] III-1-2
lijkbidder groefbidder: znd 1 a-m; znd 30, 25;  grōēvbééər (Martenslinde, ... ) lijkbidder [ZND 30 (1939)] || lijkbidder (fr. croquemort) [ZND 01 (1922)] III-2-2
lijnzaadmeel lijzendemeel: li̯īzǝdǝmɛ̄l (Martenslinde) De gedroogde pulp die overblijft na het slaan van de olie uit het lijnzaad. Het meel wordt als veevoeder gebruikt. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
lijnzaadpap lijzendpap: li̯ɛzǝtpap (Martenslinde) De "pap", ofwel het vloeibare veevoer dat van lijnzaadmeel wordt gemaakt. De zegsman uit Maastricht merkt op dat de pap ook medicinale kracht heeft en gebruikt wordt om op een wond te leggen. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [RND 31; monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59] I-5