e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Martenslinde

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pet: algemeen klak: klak (Martenslinde), muts: mŏĕts (Martenslinde) pet (hoofdbedekking voor mannen) - zijn er verschillende benamingen? [ZND 16 (1934)] III-1-3
peterselie petersel: peͅtərsil (Martenslinde), peterselie: pētərse.li (Martenslinde) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] I-7
peul, dop (znw) schaal: šōͅl (Martenslinde) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: pweͅlə (Martenslinde) [Goossens 1b (1960)] I-7
pijn pijn: paain (Martenslinde), pai̯n (Martenslinde) pijn [ZND 08 (1925)] || pijn: De handen van dat kleine kindje doen zeer [ZND 44 (1946)] III-1-2
pikbinder zichtmachine: zi.x[machine] (Martenslinde) Machine die niet alleen maait, maar het koren ook tot schoven samenbindt. Zie afbeelding 6. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [machine] zie het lemma ''maaimachine'' (3.2.18) in aflevering I.3. Kaart 36 is een woordkaart gebaseerd op het materiaal uit dit lemma; kaart 37 is een betekeniskaart, gebaseerd op het materiaal uit dit lemma èn het lemma ''graanmaaimachine'' (4.5.2) en toont waar men met de termen zicht- en pikmachine ofwel de enkelvoudige maaimachine ofwel de combinatiemachine, pikbinder, aanduidt.' [N J, 4a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
pioen koeroos: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  koeroos (Martenslinde), pinksroos: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  pingsroos (Martenslinde), pinksterroos: -  pinksterroos (Martenslinde) Ook mat. van ZND 15 (1930), 018 opgenomen [ZND 05 (1924)] || Pioen (Paeonia officinalis L.) I-7, III-2-1
pissebed wild varken: oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)  welt farkə (Martenslinde) pissebed, keldermot [GV K (1935)] III-4-2
pit van een steenvrucht kerntje: ki̯ienkə (Martenslinde), koren: kuoͅn (Martenslinde) kern [ZND 01 (1922)] I-7
pit, kern van fruit kerntje: kjenkə (Martenslinde, ... ), koren: kwon (Martenslinde, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 27 (1938)] I-7