18165 |
genezen |
beter:
beter (Q089p Martenslinde)
|
genezen: De zieke is vandaag een beetje (een weinig) beter [ZND 44 (1946)]
III-1-2
|
20408 |
gepensioneerd (zijn) |
gepensioneerd:
znd 35, 65
gepensîenioot (Q089p Martenslinde)
|
gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)]
III-2-2
|
34057 |
geprimeerde stier |
prijsduur:
prē.s˱dīǝr (Q089p Martenslinde)
|
Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b]
I-11
|
17560 |
geraamte |
geraamte:
gərēmtə (Q089p Martenslinde)
|
geraamte [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
klaar:
kluər (Q089p Martenslinde)
|
klaar [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19091 |
gerieflijk |
gerieflijk:
e gerieflək hoos (Q089p Martenslinde)
|
Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
34240 |
geronnen melk |
verzuurde melk:
vǝrzūrdǝ mɛlk (Q089p Martenslinde),
zure melk:
zūr mɛlk (Q089p Martenslinde)
|
Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.]
I-11
|
32979 |
gerst |
gerst:
gi̯ęs (Q089p Martenslinde),
gi̯ǫs (Q089p Martenslinde)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
21595 |
geschiedenis |
vertelsel:
əvertelsəlvərtelə (Q089p Martenslinde)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
hǭ.mǝl (Q089p Martenslinde),
hǭmǝl (Q089p Martenslinde)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|