e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Martenslinde

Overzicht

Gevonden: 1904

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bangerik bangschijt: baŋšīt (Martenslinde) Bloodaard, bangerik, enz. [ZND 05 (1924)] III-1-4
barrevoets barvoets: barves (Martenslinde), barvəs (Martenslinde), berves (Martenslinde) barrevoets [ZND 01 (1922)], [ZND 19 (1936)] III-1-3
beddenbak, ressortbak ledikant: ledəkant (Martenslinde) Houten gedeelte van een bed (Nederl. ledikant; Fr. bois du lit) [ZND 02 (1923)] III-2-1
beddenlaken beddenlaken: beͅdəlōͅkə (Martenslinde), laken: lōͅkə (Martenslinde) Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)] III-2-1
bedelaar bedelaar: do woare drei minsen woa de bedeler gezien hemme (Martenslinde) Er waren drie mensen die de bedelaar hadden gezien [ZND 46 (1946)] III-3-1
bedevaart bedevaart: ən biəvət (Martenslinde), bedevaartsgang: biievəschaŋk (Martenslinde) Bedevaart. [ZND 01 (1922)] || Een bedevaart. [ZND 21 (1936)] III-3-3
bedienen gerieven: gərieve (Martenslinde) Iemand in een winkel bedienen. [ZND 35 (1941)] III-3-1
bedorven ei rotte eieren: rotǝ ēr (Martenslinde) [N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.] I-12
bedriegen bedriegen: ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a  bədrīgə (Martenslinde, ... ) bedriegen [ZND 01 (1922)] III-1-4
bedroefd droef: ook materiaal znd 23,33  drief (Martenslinde), drīf (Martenslinde) droef [ZND 01 (1922)] III-1-4