e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q204a plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neus van de lepelboor punt: pønt (Mechelen) Het aangescherpte, half bolvormige uiteinde van de lepelboor. [N 53, 162b] II-12
neus van een schoen muil: moel (Mechelen), naas: naas (Mechelen), punt: pūnt (Mechelen) neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)] III-1-3
neusgaten neuslokken: naasloaker (Mechelen, ... ), naaslōōker (Mechelen) neus: neusgaten [N 10 (1961)] III-1-1
neusklem ring: reŋk (Mechelen) Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d] I-11
neusriem nazeriem: nāsǝrēm (Mechelen) Leren riempje van het hoofdstel dat over de neus van het paard loopt. [N 13, 23] I-10
neusring naasring: nāsreŋk (Mechelen), varkensring: vęrǝkǝsreŋ (Mechelen) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
neusvleugel neusvleugel: naasvlèùgel (Mechelen) neusvleugel [DC 01 (1931)] III-1-1
nier nier: neer (Mechelen, ... ) nier [N 10 (1961)] III-1-1
nierbekkenontsteking aan de nieren hebben: ān dǝ nērǝ hā (Mechelen), blaasontsteking: blǭsonštē̜keŋ (Mechelen) Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43] I-11
nieren nieren: nērǝ (Mechelen) Boonvormig orgaan dat dient tot afscheiding van de urine. De opgaven zijn alle meervoud. [N 28, 88d] I-11