e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q204a plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tekenen tekenen: tēkǝnǝ (Mechelen) ksitęjkǝnǝ L 271; een constructietekening maken: ęjn kǫnštrøksitęjkǝne [N 53, 205a] II-12
telegram telegram: telegram (Mechelen) telegram [SGV (1914)] III-3-1
telen, verbouwen schaar trekken: šǭr trękǝ (Mechelen), trekken: trękǝ (Mechelen) Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.] I-4
tepel deem: dēm (Mechelen, ... ), demen: dē̜mǝ (Mechelen), tepel: tepel (Mechelen) [L 49, 6b; A 30, 6b; Ge 1, 6b]Deem, speen, borst. [A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a, 39b en 40] || Welk woord bezigt men voor de tepel van een vrouwenborst? [DC 43 (1968)] I-12, I-9, III-1-1
tepel van een geit deem: dēm (Mechelen) [L 49, 6c; A 30, 6c; Ge 1, 6c; monogr.] I-12
tepel, tet deem: dęi̯m (Mechelen), dem: dęm (Mechelen), nok: nuk (Mechelen) Het afzonderlijk melkgevend orgaan van het varken of de tepel. [N 19, 19a; JG 1a, 1b; L 49, 6d; A 30, 6d; G 1, 6d; monogr.] I-12
tetveulen zuigveulen: zø̜̄gvø̜̄lǝ (Mechelen) Veulen dat nog gezoogd wordt. Een tetveulen is ouder dan een zuigeling en kan verkocht worden. [JG 1a, 1b; N 8, 2] I-9
theelepeltje cafè-lepeltje: kaffeelèèpelke (Mechelen), suikerlepel: soekerléëpel (Mechelen, ... ), theelepel: teeléëpel (Mechelen), theelepeltje: teelèèpelke (Mechelen) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || theelepeltje (suikerlippelke) [N 20 (zj)] III-2-1
theepot theepot: teepòt (Mechelen), tiejepot (Mechelen) pot waarin thee wordt gezet [N 20 (zj)] III-2-1
theezeefje theezijtje: teezeike (Mechelen) zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1